32979 |
gerst |
gerst:
gɛrs (L271p Venlo)
|
Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.]
I-4
|
18312 |
geruite jurk |
ruitenkleed:
roëtekleid (L271p Venlo),
ruitjeskleed:
ruutjeskleeid (L271p Venlo),
ruutjeskleid (L271p Venlo)
|
jurk van geruite stof [ruutekeskleid] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
21893 |
geschenk |
cadeau (fr.):
kedoo (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
káádoo (L271p Venlo),
gift:
gif (L271p Venlo),
present (<fr.):
prəsent (L271p Venlo),
presentje (<fr.):
prezentje (L271p Venlo)
|
dat wat je kado geeft [gave, geschenk, gift, present, zende, kado] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20475 |
geslacht |
familie:
fəmīēlĭĕ (L271p Venlo),
geslacht:
geslach (L271p Venlo),
nazaten:
naozaote (L271p Venlo)
|
de gezamenlijke afstammelingen van een gemeenschappelijke stamvader, geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20312 |
geslachtsgemeenschap hebben |
bedienen:
(bedienen)
bedene (L271p Venlo),
bomen:
äö = oo
bäöme (L271p Venlo),
boren:
ao = law (eng.)
baore (L271p Venlo),
doppen:
doppe (L271p Venlo),
knopen:
knuppe (L271p Venlo),
op de neus staan:
op de neus stoan (L271p Venlo),
poppen:
póppe (L271p Venlo),
soppen:
soppe (L271p Venlo),
wiksen:
wiekse (L271p Venlo)
|
de geslachtsdaad bedrijven || geslachtsdaad bedrijven || geslachtsgemeenschap uitoefenen [N 10C (zj)] || gmeenschap hebben met een vrouw
III-2-2
|
33328 |
gesloten boerderijtype |
toe plaats:
tu [plaats] (L271p Venlo)
|
De bouwdelen van dit boerderijtype omsluiten het erf aan alle vier de zijden; in Nederland wordt dit type wel de "Limburgse hoeve" genoemd. Voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken wordt verwezen naar het lemma "boerderij, algemeen"(1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 6. [N 4A, 4]
I-6
|
23491 |
gesloten kapelletje? |
veldkapel:
veldkapel (L271p Venlo)
|
Een kapelletje waar men niet in kan, waarin achter traliewerk een kruis of een beeld staat. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
32063 |
gesmede spijker |
gesmede nagel:
gǝsmējdǝ nāgǝl (L271p Venlo)
|
Een spijker die door de smid gesmeed is. Zie ook de paragraaf over de nagelsmid in wld II.11, pag. 139 - 140. [N 54, 12a; N 64, 104b; monogr.]
II-12
|
34472 |
gesneden haan |
kapuin:
kapun (L271p Venlo)
|
[N 19, 60a; monogr.]
I-12
|
34394 |
gesneden mannelijk schaap |
hamel:
hāmǝl (L271p Venlo),
ram:
ram (L271p Venlo)
|
[N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.]
I-12
|