20315 |
getrouwde vrouw |
getrouwde vrouw:
gətrouwdə vrouw (L271p Venlo)
|
getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND]
III-2-2
|
20369 |
getuige |
getuige:
getuuge (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
gətūūgə (L271p Venlo)
|
de getuige bij het huwelijk [tsuuch] [N 96D (1989)] || iemand die voor de rechter een verklaring aflegt over te bewijzen feiten [toon, getuige] [N 90 (1982)]
III-2-2, III-3-1
|
20388 |
getuige zijn |
getuigen:
getuuge (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
gətūūgə (L271p Venlo)
|
getuige zijn bij een huwelijk [getuigen zijn, bronken] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
21321 |
getuigen |
getuigen:
getuge (L271p Venlo)
|
getuigen [SGV (1914)]
III-3-1
|
21725 |
getuigenis |
getuigenis:
getuugenis (L271p Venlo),
gətūūgənis (L271p Venlo)
|
de verklaring die men als getuige aflegt over een persoon of een zaak [toon, getuige, getuigenis] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33387 |
getuigkast |
gescheerkast:
gǝsxīǝrkas (L271p Venlo),
getuigkast:
gǝtȳxkas (L271p Venlo)
|
Een kast, ook wel kist of bak, waarin het getuig van het paard (vooral het kostbare zadel en de haam) bewaard wordt. Op grote boerderijen (of bij welvarende mensen) is er wel eens een apart vertrek voor het getuig, maar dit komt slechts zelden voor. Een kast voor het paardetuig is onbekend in L 320a, 324, 330, 369, Q 113, 198b en 203b. Meestal hangt men het getuig aan haken of balkjes in de muur (K 278, L 271, 318, 322, 372, 413, 429a, P 107a, Q 4, 78, 111 en 193). In L 282 wordt het getuig op een ezel gelegd. Benamingen die niet een kast, kist of bak betreffen, zijn overgeplaatst naar het lemma "getuigrek" (2.3.8). Zie ook dat lemma. [N 13, 81]
I-6
|
21322 |
gevangenis |
cachot (<fr.):
Van Dale: cachot (<Fr.), gevangenhok, gevangenis; arrestantenlokaal.
kəsjòt (L271p Venlo),
gevangenis:
(kort).
gevangenis (L271p Venlo),
kotje:
Van Dale: kot, 4. gevangenis.
kotje (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
nor:
nòr (L271p Venlo),
petoet:
Van Dale: petoet, (sold., Barg.) cel, gevangenis.
pətŏĕt (L271p Venlo)
|
de gevangenis [cachot, nor, partoet, speentje, grawoel, ren] [N 90 (1982)] || gevangenis [SGV (1914)]
III-3-1
|
19743 |
gevel |
gevel:
Verklw. gevelke
gevel (L271p Venlo)
|
gevel
III-2-1
|
17808 |
geven |
geven:
gêve (L271p Venlo)
|
geven [SGV (1914)]
III-1-2
|
17790 |
gevoelig (zijn) |
gevoelig:
geveulig (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
geveulig zien (L271p Venlo),
gəveulich (L271p Venlo)
|
gevoelig [SGV (1914)] || Gevoelig: vatbaar voor, reagerend op gewaarwordingen bijv. pijn (gevoelig). [N 84 (1981)]
III-1-1
|