21803 |
grote ruzie? |
heisa:
heisa (L271p Venlo),
herrie:
hérrĭĕ (L271p Venlo),
keet:
keet schöppe (L271p Venlo)
|
een grote ruzie [hora, bal] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
19502 |
grote schoonmaak |
grote poets:
de groete poets is aafgelaupen (L271p Venlo),
de groëte poets (L271p Venlo),
de groëte poets is achter de rök (L271p Venlo),
groête poets (L271p Venlo),
groëte poets (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
we zien aan de groëte poets (L271p Venlo),
wi.j zien aan de groëte poets (L271p Venlo),
huispoets:
hoespoets (L271p Venlo),
hoèspoets (L271p Venlo),
poets:
poets (L271p Venlo),
schoonmaak:
de schoenmaak is achter de rök (L271p Venlo),
wej zien aan de schoenmaak (L271p Venlo)
|
de schonmaak is aachter de rug [DC 15 (1947)] || de schonmaak is achter de rug [DC 15 (1947)] || grote schoonmaak || het schoonmaken van het gehele huis, dat in het voorjaar plaats heeft [DC 15 (1947)] || Hoe noemt u de voorjaarsschoonmaak? [N105 (2000)] || schoonmaak || wij zijn aan het schoonmaken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
22675 |
grote trom |
dikke trom:
dieke trom (L271p Venlo),
dikə troͅm (L271p Venlo)
|
Een grote trom [trombol]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
22676 |
grote trom met bekkens |
jazztrom:
jazztrom (L271p Venlo),
pauken:
pauke (L271p Venlo)
|
Een grote trom met bekkens [djingel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
24857 |
grote weegbree |
grote weegbree:
idem
grote weegbree (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
weegterblad:
-
waegterblaad (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
grote weegbree (Plantago major L.) [DC 60a (1985)]
III-4-3
|
25234 |
grote wolk |
grote wolk:
ən grôêtə wòllək (L271p Venlo),
kanjer van een wolk:
kanjer (L271p Venlo),
wolk:
wólk (L271p Venlo)
|
grote, op zichzelf staande wolk [bonk] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24166 |
grutto |
grutto:
grutto (L271p Venlo),
gruuttoo (L271p Venlo)
|
grutto || grutto (41 lange rechte bek en poten; wit in de vleugel; luidruchtig; algemeen in weiland; roep onder de pronkvlucht hoog in de lucht [grrieto, grrieto] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
18872 |
gruwelijk |
afgrijselijk:
aafgrijselik (L271p Venlo),
akelig:
akelig (L271p Venlo),
akelijk (L271p Venlo),
erg:
erg (L271p Venlo),
grof:
grōāf (L271p Venlo),
gruwelijk:
grŭŭwəlik (L271p Venlo),
ijselijk:
īēsəlik (L271p Venlo),
verschrikkelijk:
verschrikkelijk (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
verschrikkelik (L271p Venlo)
|
grote schrik opwekkend, afschuwwekkend [erg, gruwelijk, ijselijk] [N 85 (1981)] || gruwelijk [SGV (1914)] || vervuld worden van afgrijzen, iets heel erg afschuwelijk vinden [ijzen, schruwen, grijzelen, grillen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
32626 |
guano |
guano:
guano (L271p Venlo),
peru-guano:
peru-guano (L271p Venlo),
vogelmest:
vōgǝl[mest] (L271p Venlo)
|
Guano is een poedervormige meststof, vervaardigd van uitwerpselen, veren en kadaverresten van zeevogels, waarvan zich in de loop van de tijd dikke lagen hebben gevormd op onbewoonde eilanden en klippen met name aan de westkust van Zuid-Amerika (Peru, Chili). Blijkens een aantal opgaven werd guano beschouwd als de oudste of eerst bekende kunstmest of was hij de voorloper daarvan, die vooral vóór de eerste W.O. gebruikt werd. Toen de echte kunstmest zijn intrede had gedaan, werd deze aanvankelijk nog vaak guano genoemd. Met guano, die voornamelijk werd aangewend om pootaardappelen te bemesten, ging men zuinig om: met een oude eetlepel of iets dergelijks werd in ieder pootgat een kleine hoeveelheid van deze meststof op of bij de aardappel gelegd. Volgens de meeste opgaven was guano een stikstofhoudende meststof, volgens enkele andere bevatte hij ook kali en fosforzuur, terwijl hij eenmaal met thomasslakken wordt vergeleken of als zwarte meststof wordt omschreven. Mogelijk werd deze originele vogelmest in het begin van de kunstmestperiode synthetisch nagemaakt en als guano of onder een daarop gelijkende handelsnaam in de handel gebracht. [N P, 8; N 11A, 62a]
I-1
|
19082 |
guit |
guit:
guut (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
guit [DC 11], [SGV (1914)]
III-1-4
|