17776 |
hiel |
hak:
hak (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo)
|
hak (van de voet) [SGV (1914)] || hiel, hak [SGV (1914)] || voet: hak van de voet [vaesj, veers, hak] [N 07 (1961)]
III-1-1
|
31814 |
hiel van een schaaf |
achtergreep:
axtǝrgrēp (L271p Venlo)
|
Het achtervlak of achterste gedeelte van een schaaf. [N 53, 54i]
II-12
|
18344 |
hielstuk van een schoen |
contrefort (fr.):
kónterfoor (L271p Venlo),
kóntervoor (L271p Venlo),
hiel:
híel (L271p Venlo)
|
hielstuk [konterfort[ [N 24 (1964)] || hielstuk van schoen
III-1-3
|
23901 |
hiernamaals |
hiernamaals:
heejnamaals (L271p Venlo)
|
Het hiernamaals, het namaals, het leven na dit leven. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20329 |
hij aardt naar zijn vader |
de zoon is zuiver zijn vader:
dè zoon is zuever zien vader (L271p Venlo),
hij aardt naar zijn vader:
he aard noa zien vader (L271p Venlo),
hij aardt zijn vader:
hae aardt zien vaader (L271p Venlo),
hij lijkt op zijn vader:
hae liek op zien vaader (L271p Venlo),
hae liekent op zien vader (L271p Venlo),
he liekent op zien vaader (L271p Venlo),
hè liekend op zien vader (L271p Venlo),
hij staalt op zijn vader:
hae staalt op zien vader (L271p Venlo)
|
naar zijn vader aarden; hij aardt naar zijn vader [DC 02 (1932)]
III-2-2
|
18012 |
hijgen |
gijgen:
giege (L271p Venlo),
hijgen:
hiege (L271p Venlo),
hiēge (L271p Venlo),
hīēge (L271p Venlo),
hīēgə (L271p Venlo)
|
hijgen (naar adem) [SGV (1914)] || Hijgen: zwaar, hoorbaar ademen (hijgen, snakken). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20481 |
hijgen naar adem, reutelen |
rochelen:
rochele (L271p Venlo),
roggele (L271p Venlo),
ròggələ (L271p Venlo)
|
hijgen naar adem, gezegd van een stervende [reutelen] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
18029 |
hik |
hik:
hik (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
hikkepik:
hikkepik (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
hik [hibbik, hikkepik, hippik] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
21462 |
hinderen |
hinderen:
hindere (L271p Venlo)
|
hinderen [SGV (1914)]
III-3-1
|
22777 |
hinkelblokje |
hinkelsteen:
hinkelstein (L271p Venlo),
een stuk marmer of hardsteen, de eerste zijn de mooiste
hinkelstein (L271p Venlo),
stukje platte steen
hinkelsteen (L271p Venlo),
vierkanten marmeren steentje
hinkelsteen (L271p Venlo),
hinkelsteentje:
een stukje marmer
hinkelsteinke (L271p Venlo)
|
hinkelblokje [VC 10] || Platte steen waarmee gehinkeld werd.
III-3-2
|