19453 |
kamerstoel |
kakstoel:
kakstool (L271p Venlo),
kamerstoel:
kamerstool (L271p Venlo)
|
Klein draagbaar gemak in de vorm van een stoel (gemakstoel, kakstoel, kamerstoel, kakkedoor, stilletje) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
24509 |
kamille (alg.) |
hemdenknoopje:
Stinkende kamille (Anthemis cotula L.)
hemdeknoopje (L271p Venlo),
kamille:
-
kemille (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
Matricaria L. of Anthemis L.
kamille (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
Matricaria L. of Anthemis L. o.g.v. vraag 004.
kamille (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
kamillebloemetje:
Matricaria L. of Anthemis L.
kamilbloemmekes (L271p Venlo),
stinkbloem:
Stinkende kamille (Anthemis cotula L.)
stinkbloom (L271p Venlo)
|
kamille [DC 50 (1975)], [DC 50 (1975)], [DC 50 (1975)], [DC 50 (1975)] || stinkende kamille [DC 50 (1975)]
III-4-3
|
18638 |
kamizool |
kamizool (<fr.):
kamezol (L271p Venlo),
betekenis: wolletje
kamezool (L271p Venlo),
kamizooltje (<fr.):
betekenis: wolletje
kamezöölke (L271p Venlo)
|
kamizool, in de betekenis van soort kledingstuk; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)]
III-1-3
|
29175 |
kamlatten |
contramars:
contramars (L271p Venlo),
schachten:
schachten (L271p Venlo),
schachtlatten:
schachtlatten (L271p Venlo)
|
De twee horizontale latten boven en onder aan het weefraam, waartussen de hevels zitten. [N 39, 33d]
II-7
|
18724 |
kammen |
kammen:
keime (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
toen ik mick woel kymme ging de kamp kepot (L271p Venlo),
toen ik ⁄t woel keime ging miene kamp kepot (L271p Venlo),
wie ik mich woel keime ging miene kamp kepot (L271p Venlo),
wie ik ze woel keime ging miene kamp kepot (L271p Venlo)
|
kammen || kammen (ww.) [SGV (1914)] || Kammen. Toen ik ’t wou kammen ging mijn kam stuk. [DC 39 (1965)]
III-1-3
|
22336 |
kampen |
afkampen:
aafkampe (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
āfkampə (L271p Venlo),
kavelen:
kāvələ (L271p Venlo)
|
Het spel waarbij de winnaar(s) door het lot word(t)(en) aangewezen [loten, loteren, lotelen, loteren]. [N 88 (1982)] || Spelen om de eindoverwinning in de finale. || Uitmaken wie de winnaar is bij gelijke stand [kamp, kavalen, kanteren]. [N 88 (1982)] || Wedstrijden (zich meten).
III-3-2
|
24704 |
kamperfoelie |
kamperfoelie:
idem; wilde -
kamperfoelie (L271p Venlo)
|
kamperfoelie [DC 60a (1985)]
III-4-3
|
25296 |
kan, maat van één liter |
kop:
(vast).
kóp (L271p Venlo)
|
de maat die een inhoud aangeeft van 1 liter [mengel, kan, kop] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21173 |
kanaal |
gracht:
grach (L271p Venlo),
kanaal:
kanaal (L271p Venlo),
káánáál (L271p Venlo),
vaart:
váárt (L271p Venlo)
|
een kunstmatige, gegraven, tamelijk brede waterweg (vaart, kanaal) [N 90 (1982)] || vaart: Die vaart, dat meer is ondiep (met vaart wordt bedoeld een water dat ter bevaring dient....) [DC 20 (1951)]
III-3-1
|
20599 |
kandeel |
grog:
grok (L271p Venlo),
gròk (L271p Venlo),
slemp:
slemp (L271p Venlo),
wijnsoep:
wīēnsoep (L271p Venlo)
|
kandeel; Hoe noemt U: Warme drank bereid uit wijn (bier, melk) met eierdooiers, suiker en kaneel, al of niet met wittebrood (kandeel, zuipen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|