32447 |
lage klomp |
klomp:
[klomp] (L271p Venlo),
lage klomp:
līǝgǝ [klomp] (L271p Venlo)
|
Klomp met een lage en korte kap die slechts het voorste deel van de voet bedekt. Over de klompopening is een leren riem aangebracht die door middel van kleine spijkertjes met platte kop wordt vastgezet. Zie ook afb. 260. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ.' [N 24, 70c; monogr.]
II-12
|
18377 |
lage klomp? |
klomp:
klómp (L271p Venlo),
lage klomp:
liëge klòmp (L271p Venlo)
|
klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)]
III-1-3
|
33702 |
lage, natte plekken in moeras |
zomp:
zomp (L271p Venlo)
|
De lager gelegen delen in een moeras waarin steeds water staat. [N 27, 21b]
I-8
|
30068 |
lagenverdeellat |
lagenlat:
lø̜̄gǝnlat (L271p Venlo)
|
Maatlat die is onderverdeeld in eenheden die ieder de dikte van één baksteen plus één voeg groot zijn. De lagenverdeellat heeft doorgaans een lengte van 1,10 m en wordt door de metselaar tegen de profielen gehouden om de laagverdeling daarop te kunnen aftekenen. Deze werkzaamheden werden in Q 3 'voegen aftekenen' ('vugǝ ǭftēkǝnǝ') en in L 414 'aftekenen' ('āftīkǝnǝ') genoemd. Zie ook afb. 28. [N 31, 8a; N 31, 8b; N 31, 7c; monogr.; div.]
II-9
|
19769 |
laken |
laken:
lākǝ (L271p Venlo)
|
Effen of met keperbinding geweven wollen stof, die door volling zulk een dichtheid heeft verkregen, dat men van draden vrijwel niets kan zien, zodat de oppervlakte zich viltachtig voordoet. [N 62, 75f; N 59, 201; MW]
II-7
|
18351 |
lakschoen |
lakschoen:
lakschoon (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo)
|
lakschoenen [gelakkerde sjeun] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18147 |
lam |
lam:
lam (L271p Venlo),
lau̯m (L271p Venlo),
lām (L271p Venlo),
lammetje:
lɛmkǝ (L271p Venlo),
lɛ̄mkǝ (L271p Venlo),
lem:
lɛm (L271p Venlo),
schaapje:
sxø̄pkǝ (L271p Venlo),
sxø̜pkǝ (L271p Venlo)
|
Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.]
I-12
|
34412 |
lammeren |
lammen:
lāmǝ (L271p Venlo)
|
Jongen ter wereld brengen, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 67; JG 1a, 1b; L 29, 32; L 1a-m; N C, add.; Vld.; monogr.]
I-12
|
20669 |
lammetjespap |
boekweitspap:
Syst. WBD
bokespap (L271p Venlo),
bookespap (L271p Venlo),
pap van boekweitsmeel:
Syst. WBD
pap van bookesmael (L271p Venlo)
|
Pap van boekweitmeel (lemmekespap?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|