21386 |
uithoren |
de worm uit de neus halen:
də wórm ōēt də nēūs haolə (L271p Venlo),
uithoren:
oêthure (L271p Venlo),
oêthuure (L271p Venlo),
ōēthūūrə (L271p Venlo),
uitvissen:
oetvisse (L271p Venlo)
|
door vragen van iemand proberen te weten te komen wat hij voelt, uithoren [horken, funteren, tintelen, uithoren, uithorken] [N 87 (1981)] || uitvorschen [SGV (1914)]
III-3-1
|
28481 |
uitkomen van het broed |
openbijten:
ǭpǝbītǝ (L271p Venlo)
|
Het uit de cellen komen van het rijpe broed. Als het broed rijp is, breekt het uit het stadium van pop. De bij wordt geboren als werkbij, koningin of dar. De werkbij komt na 21 dagen, de koningin na 15 à 16 dagen en de dar na 24 dagen te voorschijn. Soms kan er een kleine speling zijn in deze aantallen. De werkbij knaagt bij stukjes en beetjes het celdekseltje weg, de dar scheurt het zegel met de kaken geheel af en de koninginnepop stoot met één kopbeweging de cel, die eerst is rondgesneden, open. [N 63, 23c; Ge 37, 47]
II-6
|
21786 |
uitleg |
uitleg:
ŏĕtlich (L271p Venlo)
|
het verklaren, uitleggen [uitleg, bedied, bedietsel] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21391 |
uitleggen |
klaarmaken:
klaormake (L271p Venlo),
langer maken:
laŋǝr mākǝ (L271p Venlo),
uitleggen:
oetligge (L271p Venlo),
oêtligge (L271p Venlo),
ŏĕtliggə (L271p Venlo),
verduitsen:
verduutse (L271p Venlo),
verdötse (L271p Venlo),
verklaren:
verklaore (L271p Venlo),
verwijden:
vǝrwi-jǝ (L271p Venlo)
|
duidelijk maken, uitleggen [uitduiden, uitbeduiden] [N 85 (1981)] || Een kledingstuk langer of ruimer maken door onderaan een zoom uit te leggen. [N 59, 191; N 62, 23b; MW] || het verklaren, uitleggen [uitleg, bedied, bedietsel] [N 85 (1981)]
II-7, III-3-1
|
22773 |
uitmaken wie mag beginnen |
treden:
traeje (L271p Venlo)
|
4. Methode om door middel van voetpassen te bepalen wie, als eerste aanvoerder, zijn spelgenoten mag kiezen.
III-3-2
|
18311 |
uitneembaar frontje |
frontje:
fruntje (L271p Venlo),
plastronnetje (<fr.):
plastruntje (L271p Venlo),
vestje:
vesje (L271p Venlo)
|
frontje, uitneembaar ~ in de hals van een jurk [vestje, plastron] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
21452 |
uitnodigen |
noden:
nuuje (L271p Venlo),
nūūjə (L271p Venlo),
uitnodigen:
oêtmiëdige (L271p Venlo),
verzoeken:
vərzeukə (L271p Venlo)
|
iemand verzoeken bij iemand op bezoek te komen, een feest bij te wonen etc. [verzoeken, noden, bidden, uitnoden, kwelen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
34187 |
uitpersen van de baarmoeder, prolapsus uteri |
het lijf eruitwerken:
het lijf eruitwerken (L271p Venlo)
|
Het uitzakken van de baarmoeder veroorzaakt door de naweeën of door het gewicht van de vruchtvliezen. In tegenstelling tot een prolapsus vaginae doet zich de prolapsus uteri altijd voor na een baring. [N 52, 4; A 48A, 8; N 3A, 97; N 52, 30a; monogr.]
I-11
|
21445 |
uitschelden |
schelden:
schelde (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
uitjouwen:
ōētjouwə (L271p Venlo),
uitschelden:
oetschelde (L271p Venlo),
oêtschelde (L271p Venlo),
ōētscheldə (L271p Venlo)
|
iemand smadelijke, honende woorden naar het hoofd werpen [uitkeken, uitjouwen, uitjuiwen, bellen, uitklappen, uitgodverren,uitschelden, uitsliepen [N 85 (1981)], [N 85 (1981)] || schelden [SGV (1914)]
III-3-1
|
18108 |
uitslag onder de neus |
uitslag:
ōētslaag (L271p Venlo),
zweren:
zwéérə (L271p Venlo)
|
Uitslag, zweren onder de neus (futsel, logistgast). [N 84 (1981)]
III-1-2
|