19715 |
waslijn |
droogdraad:
druuëgdraod (L271p Venlo)
|
drooglijn
III-2-1
|
23443 |
wastafeltje in de sacristie |
lavabo (lat.):
lavabo (L271p Venlo)
|
Het wastafeltje of fonteintje in de sacristie, lavabo. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19520 |
wastobbe, wasteil |
kuip:
küüp (L271p Venlo),
teil:
teil (L271p Venlo),
zinken tobbe:
zinken tobbe (L271p Venlo)
|
teil, in de betekenis van zinken tobbe die ovaal van vorm is en twee handvatten heeft; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19645 |
wasvrouw |
waswijf:
waswief (L271p Venlo),
waswièf (L271p Venlo)
|
Hoe noemt u de wasvrouw? (wasvrouw, wasses) [N 104 (2000)] || wasvrouw
III-2-1
|
34173 |
waterblaas |
waterblaas:
wātǝrblǭs (L271p Venlo)
|
De eerste met vocht gevulde blaas die de weg baant voor het kalf. [N 3A, 52a]
I-11
|
19457 |
waterdamp, wasem |
damp:
damp (L271p Venlo)
|
Zichtbaar gasmengsel dat bij het koken van water opstijgt (damp, blaak) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
18302 |
waterdichte laars |
waterstevel:
watersteevel (L271p Venlo),
watersteevels (L271p Venlo)
|
laars, lange waterdichte ~ waarvan de schacht tot aan de lies reikt [watersjtievel, lieslaars] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
30318 |
waterdorpel |
vensterbank:
venstǝrbaŋk (L271p Venlo)
|
Horizontale laag bakstenen of natuursteen aan de onderkant van een raamkozijn. De waterdorpel wordt vooral toegepast bij zeer dikke muren. Wordt de dorpel uit bakstenen samengesteld, dan worden deze gemetseld in de vorm van een afwaterend gestelde rollaag. Zie ook afb. 57e. In Q 194 werd voor een waterdorpel gebruik gemaakt van 'ijzerklinkers' ('īzǝrklēŋkǝrs'), in K 353 van arduin. [N 55, 44c; N 32, 12c; L 31, 12a; monogr.; S 39, add.; A 46, 10c, add.]
II-9
|
24273 |
waterhoen |
waterhoen:
waterhoon (L271p Venlo)
|
waterhoen (33 rode bles en wit onder de staart, die vaak wordt opgewipt; algemeen [N 09 (1961)]
III-4-1
|
20484 |
waterige kost |
pap:
pap (L271p Venlo),
prap:
prap (L271p Venlo),
prats:
prats (L271p Venlo),
slobber:
sloeber (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
slōēber (L271p Venlo),
slŏĕbər (L271p Venlo)
|
slobber; Hoe noemt U: Waterachtig voedsel (zwans, zwadder, zwadderatie, slidder, slierp, slobber, slobbering) [N 80 (1980)]
III-2-3
|