e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L271p plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wollegras wollegras: idem  wollegras (Venlo) wollegras [DC 60a (1985)] III-4-3
wonde blessure: blessuur (Venlo), wonde: wónt (Venlo) Wond: letsel, kwetsuur (blessure, wats, gorre). [N 84 (1981)] III-1-2
wonder wonder: (o; bijna oo).  wonder (Venlo) wonder [SGV (1914)] III-3-3
wonderdoener wonderdoener: wónderdooner (Venlo) Een wonderdoener. [N 96D (1989)] III-3-3
wonderen doen wonderen doen: wónderen doon (Venlo) Wonderen doen/verrichten. [N 96D (1989)] III-3-3
wonen huizen: hoeze (Venlo), hoèze (Venlo), nestelen: genisteld (Venlo), nistele (Venlo), nesten: nistə (Venlo), wonen: woeëne (Venlo), woëne (Venlo), wōēnə (Venlo), wuənə (Venlo) (be)wonen || een nestje hebben, gezegd van vogels (nesten, wonen, houden) [N 83 (1981)] || huizen (ww.) [SGV (1914)] || wonen [SGV (1914)] III-2-1, III-4-1
woonwagen woonwagen: woênwage (Venlo), wōēnwáágə (Venlo) De woonwagen van kermisklanten [karrakiekast, brak]. [N 90 (1982)] III-3-2
woord woord: woard (Venlo), woͅrt (Venlo) woord [RND], [SGV (1914)] III-3-1
worm- en horzelgat daasplaats: dāsplāts (Venlo) Gat in het leer, veroorzaakt door een horzelsteek. Runderhorzels leggen hun eieren in de huid van de koe. Als de larven er weer uit zijn gekropen, blijft er een klein gaatje over, dat weliswaar weer dichtgroeit, maar toch altijd een zwakke en lelijke plek in het leer blijft geven (Liedmeier, pag. 2). Steken van andere insecten kunnen dezelfde kwaliteitsverminderende invloed op het leer hebben. [N 60, 7b; N 36, 7] II-10
wormbulten horzelbulten: hǫrzǝlbø̜ltǝ (Venlo) In de zomer leggen runderhorzels hun eitjes aan de haren van het rund. Na enkele dagen kruipen er larven uit de eitjes. Deze dringen het lichaam binnen langs de haren en het haarzakje, doorboren de huid en groeien langzamerhand uit. In de winter komen ze vooral onder de huid van de rug terecht. Iedere plek waar een larve zit, vormt een bultje, de wormbult. Om te kunnen ademen doorboort de larve de huid van het rund. Dit veroorzaakt wondjes die gemakkelijk ge√Ønfecteerd kunnen raken, waardoor zeer uitgebreide verettering kan ontstaan. Zie ook het lemma ''wormbulten'' in wbd I.3, blz. 478-479. [N 52, 22; N 3A, 83b; A 48A, 35; monogr.] I-11