e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dode dode: doeie (Venlo), doeijə (Venlo), dodenwacht: daëjewach (Venlo, ... ), lijk: liek (Venlo), lièk (Venlo), liêk (Venlo, ... ), līēk (Venlo) dode || het dode lichaam van een mens [lijk, dode, kadaver] [N 87 (1981)] || het lijk [de liech] [N 96D (1989)] || lijk || wachthouden bij een dode [waken] [N 87 (1981)] III-2-2
dode tak dode tak: WLD  doëjen tak (Venlo), dorre tak: dorre tak (Venlo) Een dode tak (stek). [N 82 (1981)] III-4-3
dodenhuisje dodenhuisje: doejehuuske (Venlo) Een mortuarium, dodenkapel in of bij de kerk. [N 96A (1989)] III-3-3
dodenwake dodenwacht: daëjewach (Venlo) wachthouden bij een dode [waken] [N 87 (1981)] III-2-2
doedelzak doedelzak: doedelzak (Venlo), dudəlzak (Venlo) Het blaasinstrument dat bestaat uit een leren zak waarin de speler lucht blaast die hij dan door druk met de arm in een soort schalmei met toongaten blaast; andere schalmeien aan de zak blijven dezelfde toon geven [doedelzak, doerelzak, moemelzak]. [N 90 (1982)] III-3-2
doek doek: dook (Venlo), hae wreef zich de schoon op mit ennen doók (Venlo), lap: hae vreef zien schoon op mit enne lap (Venlo) doek [SGV (1914)] || Doek. Hij wreef z’n schoenen op met ’n doek. [DC 35 (1963)] III-1-3
doekboom stofwals: stofwals (Venlo) De waterpas geplaatste, om haar as beweegbare, houten rol of cilinder in het onderste gedeelte van het weefgetouw, om welke het geweven goed wordt gerold. [N 39, 32a] II-7
doel goal (eng.): de gool (Venlo), goal (Venlo) Het doel. [DC 49 (1974)] III-3-2
doel bij verstoppertje spelen pot: poet (Venlo), put (Venlo), schuilplaats: sjuulplaats (Venlo) Het doel bij het verstoppertje spelen [buut]. [N 88 (1982)] III-3-2
doelloos friemelen duimen draaien: dŏĕmə dreijə (Venlo), friemelen: friemele (Venlo, ... ), murksen: moerkse (Venlo) haffelen: Doelloos met de handen spelen (haffelen, krawietelen). [N 84 (1981)] III-1-2