e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
getrouwde vrouw getrouwde vrouw: gətrouwdə vrouw (Venlo) getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND] III-2-2
getuige getuige: getuuge (Venlo, ... ), gətūūgə (Venlo) de getuige bij het huwelijk [tsuuch] [N 96D (1989)] || iemand die voor de rechter een verklaring aflegt over te bewijzen feiten [toon, getuige] [N 90 (1982)] III-2-2, III-3-1
getuige zijn getuigen: getuuge (Venlo, ... ), gətūūgə (Venlo) getuige zijn bij een huwelijk [getuigen zijn, bronken] [N 87 (1981)] III-2-2
getuigen getuigen: getuge (Venlo) getuigen [SGV (1914)] III-3-1
getuigenis getuigenis: getuugenis (Venlo), gətūūgənis (Venlo) de verklaring die men als getuige aflegt over een persoon of een zaak [toon, getuige, getuigenis] [N 90 (1982)] III-3-1
getuigkast gescheerkast: gǝsxīǝrkas (Venlo), getuigkast: gǝtȳxkas (Venlo) Een kast, ook wel kist of bak, waarin het getuig van het paard (vooral het kostbare zadel en de haam) bewaard wordt. Op grote boerderijen (of bij welvarende mensen) is er wel eens een apart vertrek voor het getuig, maar dit komt slechts zelden voor. Een kast voor het paardetuig is onbekend in L 320a, 324, 330, 369, Q 113, 198b en 203b. Meestal hangt men het getuig aan haken of balkjes in de muur (K 278, L 271, 318, 322, 372, 413, 429a, P 107a, Q 4, 78, 111 en 193). In L 282 wordt het getuig op een ezel gelegd. Benamingen die niet een kast, kist of bak betreffen, zijn overgeplaatst naar het lemma "getuigrek" (2.3.8). Zie ook dat lemma. [N 13, 81] I-6
gevangenis cachot (<fr.): Van Dale: cachot (&lt;Fr.), gevangenhok, gevangenis; arrestantenlokaal.  kəsjòt (Venlo), gevangenis: (kort).  gevangenis (Venlo), kotje: Van Dale: kot, 4. gevangenis.  kotje (Venlo, ... ), nor: nòr (Venlo), petoet: Van Dale: petoet, (sold., Barg.) cel, gevangenis.  pətŏĕt (Venlo) de gevangenis [cachot, nor, partoet, speentje, grawoel, ren] [N 90 (1982)] || gevangenis [SGV (1914)] III-3-1
gevel gevel: Verklw. gevelke  gevel (Venlo) gevel III-2-1
geven geven: gêve (Venlo) geven [SGV (1914)] III-1-2
gevoelig (zijn) gevoelig: geveulig (Venlo, ... ), geveulig zien (Venlo), gəveulich (Venlo) gevoelig [SGV (1914)] || Gevoelig: vatbaar voor, reagerend op gewaarwordingen bijv. pijn (gevoelig). [N 84 (1981)] III-1-1