e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
golven ww. golven: golve (Venlo, ... ), golvə (Venlo), gòlləvə (Venlo), gòlvə (Venlo), gólvə (Venlo), klotsen: (b.v. water in fles).  kloetse (Venlo) golven (ww), rijzen en dalen van water [gurzelen] [N 81 (1980)] III-4-4
gom hars: hers (Venlo), WLD  hers (Venlo), hèrs (Venlo), schiellak: schiellak (Venlo) De kleverige, doorschijnende vloeistof die uit spleten of insnijdingen in sommige bomen vloeit en in de lucht hard word; deze stof is i.t.t. hars niet oplosbaar in alcohol of ether gom, plek). [N 82 (1981)] || gom v vruchen III-4-3
gombal zjiep: sjeziep (Venlo), səsjiep (Venlo), ned. jujube  sjeziep (Venlo), zjiep-ke: sjesĭĕpke (Venlo), sjə sjîepkə (Venlo), sjəzīēpkə (Venlo) siepke; Hoe noemt U: Een balletje van gesuikerde arabisch gom (siepke) [N 80 (1980)] III-2-3
gooien gooien: goeijen (Venlo), goeje (Venlo, ... ), gōēje (Venlo), idiosyncr.  goëje (Venlo), smijten: smiete (Venlo, ... ), idiosyncr.  smìëte (Venlo) gooien [goesje] [N 38 (1971)] || gooien; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 26 (1964)] || werpen [SGV (1914)] III-1-2
gootsteen gootsteen: gäötstein (Venlo), palingsteen: paolingstein (Venlo, ... ) gootsteen || spoelsteen III-2-1
gording gording: gǫrdeŋ (Venlo) Zie kaart. Dwarsbalk die met behulp van klossen boven op het spantbeen wordt aangebracht. De gording draagt met haar uiteinden ongeveer 10 cm in de topgevels. Op de gordingen worden in dwarsrichting de kepers bevestigd. Vgl. afb. 49h. Zie voor het woordtype 'worm' ook 'Limburgs Idioticon', pag. 291 s.v. 'worm', 'den': ø̄Slach van kepers. Ook in Limb. gebruikt overalø̄ en RhWb (ix) (Lieferung 8/9), kol. 576 s.v. 'Wirme', ø̄Dachpfette, auf der die Sparren aufliegen.ø̄ [N 54, 160; monogr.; N 31, 38 add; div.] II-9
gordingklos klots: klǫts (Venlo) Driehoekig blok op de kapspanten waartegen de gording gespijkerd wordt. Zie ook afb. 49i. [N 54, 159] II-9
gort gort: górt (Venlo), meel: mael (Venlo) gort; Hoe noemt U: Graan dat op de molen verbrijzeld is, grutten (gort, grut, smoel) [N 80 (1980)] III-2-3
gortpap gerstepap: gèrstəpàp (Venlo) brij; Hoe noemt U: Half vast, half vloeibaar gekookt gerecht van een heel of half gemalen graansoort (gort of meel) of rijst (brij, kwet, prol, pap) [N 80 (1980)] III-2-3
gouden tor goudkever: WLD  gold kaever (Venlo) Hoe noemt u de gouden kever: een soort kever, 15-21mm lang, bladsprietig (goudkever, goudbeest, gouwke, hovenier) [N 83 (1981)] III-4-2