e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grote ruzie? heisa: heisa (Venlo), herrie: hérrĭĕ (Venlo), keet: keet schöppe (Venlo) een grote ruzie [hora, bal] [N 85 (1981)] III-3-1
grote schoonmaak grote poets: de groete poets is aafgelaupen (Venlo), de groëte poets (Venlo), de groëte poets is achter de rök (Venlo), groête poets (Venlo), groëte poets (Venlo, ... ), we zien aan de groëte poets (Venlo), wi.j zien aan de groëte poets (Venlo), huispoets: hoespoets (Venlo), hoèspoets (Venlo), poets: poets (Venlo), schoonmaak: de schoenmaak is achter de rök (Venlo), wej zien aan de schoenmaak (Venlo) de schonmaak is aachter de rug [DC 15 (1947)] || de schonmaak is achter de rug [DC 15 (1947)] || grote schoonmaak || het schoonmaken van het gehele huis, dat in het voorjaar plaats heeft [DC 15 (1947)] || Hoe noemt u de voorjaarsschoonmaak? [N105 (2000)] || schoonmaak || wij zijn aan het schoonmaken [DC 15 (1947)] III-2-1
grote trom dikke trom: dieke trom (Venlo), dikə troͅm (Venlo) Een grote trom [trombol]. [N 90 (1982)] III-3-2
grote trom met bekkens jazztrom: jazztrom (Venlo), pauken: pauke (Venlo) Een grote trom met bekkens [djingel]. [N 90 (1982)] III-3-2
grote weegbree grote weegbree: idem  grote weegbree (Venlo, ... ), weegterblad: -  waegterblaad (Venlo, ... ) grote weegbree (Plantago major L.) [DC 60a (1985)] III-4-3
grote wolk grote wolk: ən grôêtə wòllək (Venlo), kanjer van een wolk: kanjer (Venlo), wolk: wólk (Venlo) grote, op zichzelf staande wolk [bonk] [N 81 (1980)] III-4-4
grutto grutto: grutto (Venlo), gruuttoo (Venlo) grutto || grutto (41 lange rechte bek en poten; wit in de vleugel; luidruchtig; algemeen in weiland; roep onder de pronkvlucht hoog in de lucht [grrieto, grrieto] [N 09 (1961)] III-4-1
gruwelijk afgrijselijk: aafgrijselik (Venlo), akelig: akelig (Venlo), akelijk (Venlo), erg: erg (Venlo), grof: grōāf (Venlo), gruwelijk: grŭŭwəlik (Venlo), ijselijk: īēsəlik (Venlo), verschrikkelijk: verschrikkelijk (Venlo, ... ), verschrikkelik (Venlo) grote schrik opwekkend, afschuwwekkend [erg, gruwelijk, ijselijk] [N 85 (1981)] || gruwelijk [SGV (1914)] || vervuld worden van afgrijzen, iets heel erg afschuwelijk vinden [ijzen, schruwen, grijzelen, grillen] [N 85 (1981)] III-1-4
guano guano: guano (Venlo), peru-guano: peru-guano (Venlo), vogelmest: vōgǝl[mest] (Venlo) Guano is een poedervormige meststof, vervaardigd van uitwerpselen, veren en kadaverresten van zeevogels, waarvan zich in de loop van de tijd dikke lagen hebben gevormd op onbewoonde eilanden en klippen met name aan de westkust van Zuid-Amerika (Peru, Chili). Blijkens een aantal opgaven werd guano beschouwd als de oudste of eerst bekende kunstmest of was hij de voorloper daarvan, die vooral vóór de eerste W.O. gebruikt werd. Toen de echte kunstmest zijn intrede had gedaan, werd deze aanvankelijk nog vaak guano genoemd. Met guano, die voornamelijk werd aangewend om pootaardappelen te bemesten, ging men zuinig om: met een oude eetlepel of iets dergelijks werd in ieder pootgat een kleine hoeveelheid van deze meststof op of bij de aardappel gelegd. Volgens de meeste opgaven was guano een stikstofhoudende meststof, volgens enkele andere bevatte hij ook kali en fosforzuur, terwijl hij eenmaal met thomasslakken wordt vergeleken of als zwarte meststof wordt omschreven. Mogelijk werd deze originele vogelmest in het begin van de kunstmestperiode synthetisch nagemaakt en als guano of onder een daarop gelijkende handelsnaam in de handel gebracht. [N P, 8; N 11A, 62a] I-1
guit guit: guut (Venlo, ... ) guit [DC 11], [SGV (1914)] III-1-4