e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klokje op het priesterkoor koorbel: koerbel (Venlo) Het klokje, de grote bel of de gong op het priesterkoor, waarmee het begin en het einde van de dienst wordt aangegeven. [N 96A (1989)] III-3-3
klokkenluider klokkenluider: klokkeluujers (Venlo) De personen die tijdens de grote processie de klokken luiden. [N 96A (1989)] III-3-3
klokkenstoel klokkenstoel: klokkestool (Venlo, ... ) De stellage, het toestel waarin de klok hangt [klokkegalg, klokkestoel]. [N 96A (1989)] III-3-3
klokkentouw klokkentouw: klokketouw (Venlo, ... ) Het touw om de klok te luiden [klokketouw, klokkereep, klokkezeel?]. [N 96A (1989)] III-3-3
klomp botje: botjes (Venlo), klomp: eine klomp (Venlo), klaomp (Venlo), klaompe (Venlo), klomp (Venlo), klompe (Venlo), klŏmp (Venlo), klŏmpe (Venlo), klòmp (Venlo), klómp (Venlo, ... ), klômp (Venlo, ... ), klômpe (Venlo), de o uitspreken als een halve oo, dus met een oo klank  klompen (Venlo) Hoe noemt men de hiernaast afgebeelde houten voetbekleedsels ? (klompen) [DC 15 (1947)] || Hoe noemt mn een enkele van deze voetbekleedsels ? [DC 15 (1947)] || In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.] || klomp || klomp (Frans: sabot) [klomp, blok] [N 24 (1964)] || schoeisel bestaande uit een uitgehold stuk hout, houten schoen [klomp, kloon, blok, holsblok, klopper, lolleblok, sabot] [N 86 (1981)] II-12, III-1-3
klompenmaker klompenmaker: klompǝmē̜kǝr (Venlo) De persoon die het ambacht van klompenmaker uitoefent. [N 97, 1; monogr.] II-12
klompschoen houteren schoen: haoltere schoon (Venlo), klompschoen: klompschoon (Venlo), klómpschoon (Venlo), schoenklomp: schoonklŏmpe (Venlo), schoonklòmp (Venlo) Hoe noemt men deze voetbekleedsels, indien het bovengedeelte op de voet niet van hout, maar van leer is gemaakt ? [DC 15 (1947)] || klompschoen (zwart) bestaande uit een houten zool en een lederen schoenachtig bovengedeelte [N 24 (1964)] III-1-3
klonter broebel: broebels (Venlo), droebel: droebel (Venlo) klonter in de pap || klonters III-2-3
klonteren klonteren: geklôntert (Venlo), kluntere (Venlo, ... ), klóntərə (Venlo), klôntere (Venlo), klôntərə (Venlo), koeken: kaoke (Venlo), met kloters: mit klôters (Venlo) klonteren; Hoe noemt U: Tot klonters koken, gezegd van b.v. pap (koeken, klonteren) [N 80 (1980)] III-2-3
klopper, garde klopper: thans  klopper (Venlo), kloprijsje: kloprieske (Venlo), ?it is het oude Venlose woord. Dat was `n gard van geschilde berketakjes, aan het eind (grip) samen gehouden door ijzerdraad.  klopriêske (Venlo), rijsje: rieske (Venlo) garde gemaakt van twijgen || keukengarde van rijshout || Keukeninstrument voor b.v. het kloppen van room of eieren bestaande uit een aantal lusvormige draden die in een handgreep samenkomen (klopper, garde) [N 79 (1979)] III-2-1