e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kreek, stilstaand water beek: baek (Venlo), kuil: kŏĕl (Venlo), (b.v. Venkoele).  ein koel (Venlo), plas: plas (Venlo), scheut broek: (overwegend moeras).  schuut brook (Venlo), scheut water: (overwegend water).  schuut watər (Venlo) kreek, klein, smal, veelal stilstaand water, vaak een overblijfsel van een overstroming of van de vroegere loop van een rivier [kil] [N 81 (1980)] III-4-4
krekel krekel: krekel (Venlo, ... ), sprinkhaan: sprinkhaan (Venlo) krekel [DC 07 (1939)], [SGV (1914)] III-4-2
krentenbaard baardworm: baardworm (Venlo), krentenbaard: krintenbaard (Venlo, ... ), krintəbáárt (Venlo), krentenmoel: krintemoel (Venlo) Uitslag, zweertjes op de lippen en de kin (krentenbaard, baardziekte). [N 84 (1981)] III-1-2
krentenbol kadetje: Syst. WBD  kadetje (Venlo), krennee: Syst. WBD  krennee (Venlo), krentenbol: Syst. WBD  krintebol (Venlo), krintenbol (Venlo), krentenbroodje: Syst. WBD  krintebruëdje (Venlo) Krentenbroodje, krentenbol (krintenbol, briosj, krennee, krennie?) [N 16 (1962)] III-2-3
krentenbrood krentenmik: krintemik (Venlo, ... ), Syst. WBD  krintemik (Venlo, ... ), plats: Verklw. pletske  plats (Venlo), rozijnenmik: Syst. WBD  rezienemik (Venlo) brood waarin krenten gebakken worden [N 29 (1967)] || krentenbrood [SGV (1914)] || Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)] || rond krentebrood || wittebrood met alleen krenten [DC 053A (1978)] III-2-3
kreukel kreuk: kreuk (Venlo), kreukel: kreukəl (Venlo), valse plooi: valse ploëj (Venlo), valse vouw: valse vaai (Venlo) ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, kneuker, freutel] [N 86 (1981)] || zich in ongewenste plooien zetten, gezegd van een kledingstuk [kreukelen, kreuk] [N 86 (1981)] III-1-3
kreukelen kreuken: kreukə (Venlo), verfrommelen: verfroemele (Venlo), verfronselen: verfrunsele (Venlo) zich in ongewenste plooien zetten, gezegd van een kledingstuk [kreukelen, kreuk] [N 86 (1981)] III-1-3
kreunen kermen: kerme (Venlo), kermə (Venlo), kreunen: kreune (Venlo), kreunə (Venlo), kuimen: kûme (Venlo), lamenteren: lamentere (Venlo), steunen: steunə (Venlo) een zacht klagend geluid maken [kreunen, kermen, krengen, steunen, kriepen, kruchen] [N 85 (1981)] || kreunen [SGV (1914)] III-1-4
kreunen van de pijn kermen: kerme (Venlo, ... ), kérmə (Venlo), te keer gaan: te koër gaon (Venlo) Kreunen van pijn (koorgaan, kermeneren, kermen). [N 84 (1981)] III-1-2
kreupel kreupel: kreupel (Venlo), krom: krŏmp (Venlo), lam: laam (Venlo) Kreupel - Kent men in uw dialect het volgende woord in dezelfde of een min of meer afwijkende vorm, zoals b.v. krepel naast kreupel. [DC 17 (1949)] III-1-2