e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oude grassoorten bent: bēnt (Venlo), hazebrood: hāzǝbruǝt (Venlo), zuur: zōr (Venlo) De hieronder vermelde woorden werden opgegeven op de vraag naar verschillende oude grassoorten. Na de lexikale eenvoud van het vorige lemma ''gras'', leverde deze vraag een grote oogst aan plantennamen op. Het is echter lang niet altijd duidelijk welke botanische grassoort nu precies bedoeld wordt; eenzelfde plantenvolksnaam kan immers in de ene streek een andere botanische familie of afdeling aanduiden dan in de andere streek. Naast de oude grassoorten blijken óók en vooral wilde grassoorten te zijn opgegeven die juist niet voor de weidebouw van belang zijn, maar waarmee de landbouwer en veeteler te maken heeft om ze van zijn cultuurgrond weg te houden, onkruid derhalve. Zie ook de lemma''s ''zuring'' en ''distel'' en de benamingen voor het onkruid in de akker in de aflevering over de Akkerbouw (WLD.I.1.4). Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) ''gras'' het lemma ''gras''. Het lemma bevat enkelvouden en meervouden.' [N 14, 82; monogr.] I-3
oude man oude: àldə (Venlo), man  d’n alde (Venlo), oude man: alde man (Venlo), einen alde man (Venlo), oude sijs: alde sies (Venlo), oude, een ~: d’n alde (Venlo), stuip: stuup (Venlo), vadertje: vaederke (Venlo), wijsmannetje: weismenke (Venlo) iemand van oudere leeftijd ( oude man, oude vrouw, oude van dagen) [N 102 (1998)] || man die als alleenstaande bejaarde wordt opgenomen in het oude weeshuis || oude [een ~ man] [SGV (1914)] || oude kerel || oude man [N 102 (1998)] || oude man [ouken, ouderling, oude paai, peke, pee, knar] [N 86 (1981)] III-2-2, III-3-1
oude raat oud(e) raat: aldǝ rǭt (Venlo) Reeds bebroede raat. Doordat celbodem en celhoeken niet schoongemaakt worden, wordt het volume van de gebruikte raat kleiner. In een oude, veel bebroede raat worden kleinere bijen geboren dan in een nieuwe raat. Dit betekent minder honing. De kleur van de aanvankelijk witte en lichtgele raat is door herhaaldelijk broeden van bruin tot zwart geworden. Deze verkleuring wordt vooral in de hand gewerkt door de uitwerpselen der larven. [N 63, 13e] II-6
oude stok oude stok: aldǝ stok (Venlo) Volk dat achterblijft in de korf of kast, als er gezwermd wordt. [N 63, 38b] II-6
oude vrouw dutsje: cf. WNT s.v. "duts"1. stakker, stumper, sukkel  duutske (Venlo), meun: meun (Venlo), moedertje: meuderke (Venlo), oude: die alde (Venlo), ne àlt (Venlo), vrouw  die alde (Venlo), oude doos: alde doeës (Venlo), oude patrijs: cf. Venlo Wb. s.v. "petries"= patrijs; mar.: of komt het uit het Latijn?.  alde petriês (Venlo), oude vrouw: alde vrouw (Venlo), àldə vrouw (Venlo), schevaak: cf.WLD III. 2.1., p. 26, s.v. "schevaak"= bouwval  schevaak (Venlo), soes: mar.: van "soezen"?  zoès (Venlo), tang: tang (Venlo), wijsvrouwtje: weisvruike (Venlo) iemand van oudere leeftijd ( oude man, oude vrouw, oude van dagen) [N 102 (1998)] || oud wijf || oude vrouw [N 102 (1998)] || oude vrouw [kogehel] [N 86 (1981)] || vrouw die als alleenstaande bejaarde wordt opgenomen in het oude weeshuis III-2-2, III-3-1
oudejaarsavond oudejaarsavond: aldejaors aovend (Venlo), aldejaors-aovend (Venlo), aldejaorsaovend (Venlo, ... ), aldejaorsaovent (Venlo, ... ), aldejaorsavond (Venlo), oudjaarsavond: aldjaorsaovend (Venlo, ... ), silvesteravond: Silvesteraovend (Venlo) De avond van 31 december, oudejaarsavond, Sint Silvesteravond [aldejaorsaovond]. [N 96C (1989)] || Oudejaarsavond [silvesteraovent]. [N 06 (1960)] III-3-2
oudejaarsdag oudejaarsdag: aldejaors daag (Venlo), aldejaorsdaag (Venlo, ... ), aldərjōͅrsdāx (Venlo), oudjaar: ald jaor (Venlo), aldjaor (Venlo), altjoar (Venlo), oudjaarsdag: aldjaorsdaag (Venlo), silvester: selveͅstər (Venlo) 31 december [oudjaar]. [N 88 (1982)] || Oudejaarsdag. [N 06 (1960)] III-3-2
ouden van dagen ouden: de alde (Venlo) ouden van dagen [N 102 (1998)] III-3-1
ouders mam en pap: mam en pap (Venlo), oudelui: aldeluu(j) (Venlo), cf. VD s.v. "oudelui"= inform. ouders; cf. VD s.v. "ouwe"(eig. oude, zie verder ald.)  alde luu (Venlo), ouders: elders (Venlo, ... ), vader en moeder: vader en mooder (Venlo) ouder(s) || ouders [SGV (1914)] || ouders; Komt dit woord in het dialect wel voor? [DC 05 (1937)] III-2-2
ouderwets ouderwets: alderwets (Venlo, ... ), verouderd: B.v. Det pak is veralderd.  veralderd (Venlo) ouderwets [SGV (1914)] || uit de mode III-1-3