e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
troosten; troost medeleven betuigen: meilaeve betuuge (Venlo), troost: troeës (Venlo), trōēəs (Venlo), truuës (Venlo), (neskwaord? = truëste). ps. dit woord kan ik niet goed lezen!  troës (Venlo), troosten: troeëste (Venlo), truueste (Venlo), truuëste (Venlo), truëste (Venlo) het schenken van bemoediging en verzachting bij smart, of droefheid [troost, konsolatie] [N 85 (1981)] || troost || troosten [SGV (1914)] III-1-4
tros vruchten rits: WLD  rits (Venlo, ... ), tros: WLD  tròs (Venlo), trosje: tröske (Venlo) Een tros van twee of meer vruchten (resel, rist, tros, klis, trobbel, trossel, troppel, ritsel, bak, trochel). [N 82 (1981)] I-7
trossen haampoesten: hāmpuǝstǝ (Venlo) Gekleurde kwasten boven op het haam. [N 13, 13] I-10
trots een beetje verwaand: en bietje verwaant (Venlo), fier: fier (Venlo), groots: gruuëts (Venlo), gruéts (Venlo), grote, een -: grŏĕwtə (Venlo), stolz (du.): stols (Venlo), trots: tròts (Venlo) trots || trots, fier || vervuld en blijk gevend van een gevoel van meerderheid boven anderen [groots, fier, trots, heel, freet, moedig, moetig,glorieus] [N 85 (1981)] III-1-4
trotsheid hovaard: hoëvaard (Venlo), trots: tròts (Venlo) het doen blijken van het gevoel dat men meer is dan anderen [trots, trotsheid] [N 85 (1981)] III-1-4
trouwboekje trouwboekje: trouwbökske (Venlo) een trouwring [N 96D (1989)] III-2-2
trouwen trouwen: trouwe (Venlo, ... ), trouwə (Venlo) door het huwelijk verenigd worden; trouwen [sjanken, sanksen, berinnen, trouwen] [N 87 (1981)] || trouwen || Trouwen, mensen in de echt verbinden [trouwe]. [N 96D (1989)] III-2-2, III-3-3
trouwkostuum bruidegom bruidspak: broèdspak (Venlo), trouwpak: trouwpak (Venlo) kostuum van bruidegom || trouwkostuum III-2-2
trouwpak bruidspak: broèdspak (Venlo), trouwpak: trouwpak (Venlo, ... ), NB trouwkleid: bruidsjurk.  trouwpak (Venlo) kostuum van de bruidegom || trouwkostuum || trouwkostuum [t trouwdinge, trouwpak] [N 23 (1964)] III-1-3
trui pullover: pullover (Venlo), tricot (fr.): tricot (Venlo, ... ), triko (Venlo), trui: trui (Venlo, ... ), truij (Venlo, ... ) damestrui, kledingstuk zonder knopen [N 23 (1964)] || trui [maljo, sjtump, tricot] [N 23 (1964)] || Zou die trui goed blijven in de was? [DC 40 (1965)] III-1-3