e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

Gevonden: 7326
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broodmes broodmes: broedmes (Venlo), broëdmets (Venlo) mes waarmee brood wordt gesneden [N 20 (zj)] III-2-1
broodoven oven: ǫvǝ (Venlo), ǭvǝ (Venlo) De diverse vragen vroegen in het algemeen naar "de oven" en niet specifiek naar "de broodoven" afgezien van N 29, 1a. Het merendeel van de antwoorden slaat op de oven aan huis of op de boerderij. Meer specifieke ovens zullen in de bakkerij gebouwd zijn. De königswinteroven is een oven gemaakt van grote blokken steen afkomstig uit königswinter. De vloer bestaat uit twee grote blokken. Deze oven is voorzien van drie kanalen (pijpen) die boven het gewelf zijn aangebracht. Kanalen voeren de rook van achter de oven boven over het gewelf naar voren waardoor de trek van het vuur veel beter regelbaar wordt gemaakt (z. wbd ii afl. 1 blz. 62). [N 29, 1a; N 5, 135; RND, 57; S 27; Wi4; L 12, 8; L 40, 13b; L 40, 14; L A 2, 277; monogr.] II-1
broodpap broodpap: Syst. WBD  broëdpap (Venlo, ... ), pap met brokken: Syst. WBD  pap mit brokke (Venlo) Pap met stukjes roggebrood (pap met vuurstenen?) [N 16 (1962)] III-2-3
broodpop buikman: Als geschenk met Sinterklaas  boèkman (Venlo), Syst. WBD  boekman (Venlo), mikkenman: Syst. WBD  mikkeman (Venlo), Verklw.migkemeneke  migkeman (Venlo), weggenman: Syst. WBD  weggeman (Venlo), wekgeman (Venlo) broodpop || pop van brooddeeg met krenten || Wittebrood in de vorm van een man (steeve, steeveman, weggeman, nieuwjaarsman, ziepesprengert, boekeman?) [N 16 (1962)] III-2-3
broodrek rek: rɛk (Venlo) De houten stellage waarop het brood wordt weggezet. De woordtypen "broodkar", "broodwagen", "moeldedek", wijzen op het gebruik van iets anders dan een houten stellage of plank om het brood op neer te leggen. [N 29, 53] II-1
broodslot vouw: vāj (Venlo) De plaats waarde uiteinden van de opgerolde deegplak over elkaar vallen. [N 29, 56; monogr.] II-1
bros, breekbaar broos: broos (Venlo), bros: bros (Venlo, ... ) bros [SGV (1914)] || hard aanvoelend en toch gemakkelijk breekbaar [bros, sprok, ras, broos] [N 91 (1982)] III-4-4
brouwer brouwer: brǫwǝr (Venlo) De persoon die bier brouwt. In dit lemma is alle materiaal opgenomen dat betrekking heeft op brouwer in de algemene betekenis van "de persoon die bier brouwt." In het lemma ''brouwmeester'' daarentegen zijn alle opgaven bijeen geplaatst die als antwoord werden gegeven op de vragen N 57, 58a/b/c/d: "Hoe noemt u de persoon of personen, belast met a. beslag maken, b. filteren, c. koken, d. afkoelen." [S 5; RND 112; L 1a-m; L 1u, 26; monogr.] II-2
brug brug: brök (Venlo), brø̜k (Venlo), brø͂ͅk (Venlo) brug [RND], [SGV (1914)] || Werktuig in de vorm van een brug dat dienst doet als draagvlak, bijvoorbeeld bij smeedwerk. Eén uiteinde van de brug is voorzien van een staart, die in het aambeeldgat vastgezet kan worden. Zie ook afb. 30. [N 33, 53] II-11, III-3-1
bruid bruid: broed (Venlo, ... ), broeëd (Venlo), brōēd (Venlo), oè = ui  broèd (Venlo), bruidje: bruudje (Venlo) bruid [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] || bruidje || de bruid [broeëd] [N 96D (1989)] III-2-2