20797 |
haring |
haring:
herring (L210p Venray, ...
L210p Venray,
L210p Venray),
hiering (L210p Venray),
hèrring (L210p Venray),
ennen uutgedruuëgden herring: een saaie jongen/man die niets zegt Herring of koet: of het een of het ander
herring (L210p Venray),
Veldeke 1979 nr. 1
herring (L210p Venray),
WLD
hering (L210p Venray),
maatjesharing:
mötjesherring (L210p Venray)
|
haring [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || Hoe noemt u de haring: een slanke, zilverkleurige zeevis met vrij grote doorschijnende schubben, één korte rugvin en een spitse kop waarvan de onderkaak iets uitsteekt. Hij wordt ± 40cm lang (haring, rogel, herrek) [N 83 (1981)] || maatjesharing
III-2-3
|
19648 |
hark |
bladhark:
(bewegende, verende tanden voor het ruimen van blad).
bladhaerk (L210p Venray),
gritsel:
griesel (L210p Venray),
(stugge tanden voor het egaliseren van grond).
griesel (L210p Venray),
hark:
(bewegende, verende tanden voor het ruimen van blad).
haerk (L210p Venray),
hooihark:
(hooi hark: vroeger van hoot voor het keren van het te drogen liggende gras of hooi).
höjhaerk (L210p Venray)
|
Hoe noemt u de hark? (rijf, griesel) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
33310 |
hark, algemeen |
griesel:
grisǝl (L210p Venray),
hark:
hɛ̄rǝk (L210p Venray)
|
Gereedschap dat dient om uitgetrokken onkruid bijeen te trekken, afgevallen bladeren te verzamelen, de tuinpaden, het erf en het grind aan te harken, de grond fijn te maken, enz. Het bestaat uit een ijzeren kam van doorgaans ongeveer 30 cm breedte met korte licht gebogen tanden, bevestigd aan een lange steel. Bedoeld is hier het algemene stuk gereedschap dat met name in de moestuin en op het erf wordt gebruikt voor de vele boven opgesomde doeleinden. Specifieke harken met eigen benamingen komen in het lemma Bijzondere Harken aan bod. [N 18, 94; JG 1a, 1b, 2c; A 2, 44; A 28, 1a; A 34, 2a; L 1, a-m; L B2, 239; Lu 6, 1a; S 12; Gwn 8, 4; monogr.; add uit N 14, 97b; N 15, 4; N 18, 93 en 95; N J, 5]
I-5
|
33309 |
harken, werken met de hark |
grieselen:
grīsǝlǝ (L210p Venray),
harken:
hɛ̄rǝkǝ (L210p Venray)
|
Zie de toelichting bij het lemma Hark, Algemeen. Object van kleinmaken is: kluiten, harde grond; object van zuivermaken is: het bed, de tuin. [JG 1a, 1b; A 28, 1b; L 1, a-m; Lu 6, 1b; S 12; monogr.; add. uit N 15, 3]
I-5
|
22744 |
harmonie |
harmonie:
hermeneej (L210p Venray)
|
Harmonie als muziekgezelschap.
III-3-2
|
33825 |
harmonisch van bouw |
soortig:
sǫrtex (L210p Venray)
|
Gezegd van een goed gebouwd paard, met korte, gesloten en gevulde flanken. [N 8, 64a]
I-9
|
24710 |
hars |
wierook:
Veldeke 1979, nr. 1
wierik (L210p Venray),
WLD
wieruk (L210p Venray)
|
Het kleverige plantensap vooral van naaldbomen, dat in de lucht hard wordt (hars, terpentijn, denne-olie, vogeltjeszeep). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
17780 |
hart |
hart:
hart (L210p Venray, ...
L210p Venray)
|
hart [RND], [SGV (1914)]
III-1-1
|
21497 |
hartelijk |
goed:
goed (L210p Venray),
hartelijk:
hartelèk (L210p Venray)
|
welgemeend, uit het hart komend [gul, hartelijk, vriendelijk] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
22758 |
harten in het kaartspel |
harten:
harte (L210p Venray)
|
Hoe noemt u van het kaartspel de verschillende symbolen? (Het gaat om de gewone namen, niet om woorden voor "troef"enz.). - II. Harten. [DC 52 (1977)]
III-3-2
|