e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
haring haring: herring (Venray, ... ), hiering (Venray), hèrring (Venray), ennen uutgedruuëgden herring: een saaie jongen/man die niets zegt Herring of koet: of het een of het ander  herring (Venray), Veldeke 1979 nr. 1  herring (Venray), WLD  hering (Venray), maatjesharing: mötjesherring (Venray) haring [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || Hoe noemt u de haring: een slanke, zilverkleurige zeevis met vrij grote doorschijnende schubben, één korte rugvin en een spitse kop waarvan de onderkaak iets uitsteekt. Hij wordt ± 40cm lang (haring, rogel, herrek) [N 83 (1981)] || maatjesharing III-2-3
hark bladhark: (bewegende, verende tanden voor het ruimen van blad).  bladhaerk (Venray), gritsel: griesel (Venray), (stugge tanden voor het egaliseren van grond).  griesel (Venray), hark: (bewegende, verende tanden voor het ruimen van blad).  haerk (Venray), hooihark: (hooi hark: vroeger van hoot voor het keren van het te drogen liggende gras of hooi).  höjhaerk (Venray) Hoe noemt u de hark? (rijf, griesel) [N 104 (2000)] III-2-1
hark, algemeen griesel: grisǝl (Venray), hark: hɛ̄rǝk (Venray) Gereedschap dat dient om uitgetrokken onkruid bijeen te trekken, afgevallen bladeren te verzamelen, de tuinpaden, het erf en het grind aan te harken, de grond fijn te maken, enz. Het bestaat uit een ijzeren kam van doorgaans ongeveer 30 cm breedte met korte licht gebogen tanden, bevestigd aan een lange steel. Bedoeld is hier het algemene stuk gereedschap dat met name in de moestuin en op het erf wordt gebruikt voor de vele boven opgesomde doeleinden. Specifieke harken met eigen benamingen komen in het lemma Bijzondere Harken aan bod. [N 18, 94; JG 1a, 1b, 2c; A 2, 44; A 28, 1a; A 34, 2a; L 1, a-m; L B2, 239; Lu 6, 1a; S 12; Gwn 8, 4; monogr.; add uit N 14, 97b; N 15, 4; N 18, 93 en 95; N J, 5] I-5
harken, werken met de hark grieselen: grīsǝlǝ (Venray), harken: hɛ̄rǝkǝ (Venray) Zie de toelichting bij het lemma Hark, Algemeen. Object van kleinmaken is: kluiten, harde grond; object van zuivermaken is: het bed, de tuin. [JG 1a, 1b; A 28, 1b; L 1, a-m; Lu 6, 1b; S 12; monogr.; add. uit N 15, 3] I-5
harmonie harmonie: hermeneej (Venray) Harmonie als muziekgezelschap. III-3-2
harmonisch van bouw soortig: sǫrtex (Venray) Gezegd van een goed gebouwd paard, met korte, gesloten en gevulde flanken. [N 8, 64a] I-9
hars wierook: Veldeke 1979, nr. 1  wierik (Venray), WLD  wieruk (Venray) Het kleverige plantensap vooral van naaldbomen, dat in de lucht hard wordt (hars, terpentijn, denne-olie, vogeltjeszeep). [N 82 (1981)] III-4-3
hart hart: hart (Venray, ... ) hart [RND], [SGV (1914)] III-1-1
hartelijk goed: goed (Venray), hartelijk: hartelèk (Venray) welgemeend, uit het hart komend [gul, hartelijk, vriendelijk] [N 87 (1981)] III-3-1
harten in het kaartspel harten: harte (Venray) Hoe noemt u van het kaartspel de verschillende symbolen? (Het gaat om de gewone namen, niet om woorden voor "troef"enz.). - II. Harten. [DC 52 (1977)] III-3-2