| 24169 |
hop |
hop:
hop (L210p Venray, ...
L210p Venray),
hophap:
hoephap (L210p Venray),
hoepháp (L210p Venray)
|
De vrouwelijke bloemen van de hopplant die bij de wort worden gedaan. Volgens de zegsman uit L 210 gebruikte men uitsluitend Beierse en Tsjechische hop. De afgewerkte hop werd aan de varkens gevoerd. Ook de invuller uit L 318 vermeldt dat men Beierse hop verwerkte. De respondent uit Q 99 merkt op dat de hop in grote tonvormige jute balen uit Tsjechoslowakije kwam omdat de inheemse hop niet krachtig genoeg was. De invuller uit L 325 merkt op dat alleen het stuifmeel van de hop werd gebruikt. [N 35, 49; monogr.] || hop (28 zeer zeldzame zomervogel met opvallende vouwkuif; roep [hoep-hoep] [N 09 (1961)] || hop, vogel || Humulus lupulus L. Een tot 4,50 meter hoge slingerplant met een ruw-knobbelige stevige stengel, die bloeit van juli tot september: de mannelijke bloemen in vaalgele pluimen, de vrouwelijke in hangende trossen van bolvormige vruchtkegels, de zogenamde hopbellen. De olieachtige stof in deze hopbellen wordt gebruikt bij de bereiding van bier. [Wi 52; monogr.]
I-5, II-2, III-4-1
|
| 18841 |
hopen |
hopen:
hoope (L210p Venray),
hope (L210p Venray)
|
een gunstige verwachting hebben over iets wat men wenst [verhopen, hopen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 17733 |
horen |
horen:
huure (L210p Venray)
|
[N 84 (1981)]
III-1-1
|
| 25136 |
horizon |
einder:
aender (L210p Venray),
d⁄n aender (L210p Venray),
Opm. dit is J.V. (betekent jonger Venrays - is een nieuwere Venrayse benaming).
ejnder (L210p Venray),
horizon:
d⁄n aender t horizòn (L210p Venray),
horriezon (L210p Venray)
|
einder, kim, horizon || horizon, de lijn waar hemel en aarde elkaar lijken te raken [einder] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 18233 |
horloge |
loge:
loeëzje (L210p Venray),
losie (L210p Venray),
lōēēzie (L210p Venray)
|
horloge [SGV (1914)] || uurwerk dat men bij zich draagt, bijv. om de pols [glozie, lozie, allozie] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
| 18149 |
horrelvoet |
hompelvoet:
hompelvōēt (L210p Venray),
klompvoet:
klòmpvoet (L210p Venray),
paardsvoet:
perdsvōēet (L210p Venray)
|
hompelvoet [SGV (1914)] || Misvormde voet (homperd, horjevoet, horrelvoet, homperpoot, strompelvoet, paardvoet). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 20112 |
hortensia |
hortensia:
hortensia (L210p Venray, ...
L210p Venray)
|
[DC 76 (2002)]
I-7
|
| 17847 |
hotsen |
bottelen:
bortele (L210p Venray),
hotselen:
hotselle (L210p Venray),
hotsen:
hotse (L210p Venray),
schokkelen:
schòkkele (L210p Venray),
schókkele (L210p Venray),
schôkkelle (L210p Venray)
|
hotsen [SGV (1914)] || Hotsen: schokkend, stotend vooruitgaan (schokkelen, hotsen, hotselen, bodderen). [N 84 (1981)] || zachtjes schokken in of op een voertuig op een hobbelige weg (botteren, bottelen) [N 90 (1982)]
III-1-2, III-3-1
|
| 17812 |
houden |
houden:
haauwe (L210p Venray),
hālde (L210p Venray)
|
houden [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 21459 |
houden van |
houden van:
veul hâlde van (L210p Venray),
liefhebben:
liefhebbe (L210p Venray),
mogen:
iemand meuge (L210p Venray)
|
liefde voelen voor iemand [fiel zijn met, veel houden van, veel afhouden] [N 85 (1981)] || liefhebben [SGV (1914)]
III-3-1
|