34077 |
kern |
sluik:
sluk (L210p Venray)
|
Uitsteeksel dat komt bloot te liggen, wanneer de koe een hoorn afstoot. [A 4, 15; L 20, 15]
I-11
|
33536 |
kern van een pit |
kern:
Veldeke 1979, nr. 1
d’n kern (L210p Venray)
|
Het binnenste van zaad of pit (kern, kerning, kerel, karring). [N 82 (1981)]
I-7
|
24722 |
kernhout |
kern:
Veldeke 1979 nr 1
kaer (L210p Venray),
WLD
kēr (L210p Venray),
ziel:
ziēl (L210p Venray)
|
Het binnenste van een boom zonder levend weefsel, donker van kleur (kern, kernhout). [N 82 (1981)] || kern, nieuwgevormde — in gewas
III-4-3
|
33537 |
kers, zoete soorten |
wijnkers:
wienkérs (L210p Venray)
|
wijnkers
I-7
|
33539 |
kersenbloesem |
kersenbloei:
kersenbläöj (L210p Venray)
|
kersenbloei
I-7
|
33540 |
kersenboom |
kersenboom:
kersenboeëm (L210p Venray)
|
kersenboom
I-7
|
22668 |
kerstlied |
kerstliedje:
kerstlietjes (L210p Venray)
|
Een lied dat in de kersttijd veel gezonden wordt [leis, kerstliedje]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
22457 |
ketelmuziek |
ketelmuziek:
ketelmuziek (L210p Venray)
|
Het lawaai dat gemaakt wordt met potten, pannen, ketels etc. en dat bij wijze van volksjustitie gemaakt wordt voor de deur van personen die zich misdragen hebben in de ogen van hun dorpsgenoten [blekalbade, belmarkt]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
19665 |
keuken |
keuken:
\'n Vette keuke, \'n mager testement: wie royaal is met eten en drinken , houdt niet veel over Wie nie braoje kan, mòt uut de keuke wegbliëve: men moet zich niet bemoeien met zaken waar men geen verstand van heeft
keuke (L210p Venray)
|
keuken
III-2-1
|
19480 |
keukenkast |
aanrechtkastje:
ánraech(t)kaesje (L210p Venray),
keukenkast:
keukekâs(t) (L210p Venray)
|
aanrechtkastje || keukenkast
III-2-1
|