e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kern sluik: sluk (Venray) Uitsteeksel dat komt bloot te liggen, wanneer de koe een hoorn afstoot. [A 4, 15; L 20, 15] I-11
kern van een pit kern: Veldeke 1979, nr. 1  d’n kern (Venray) Het binnenste van zaad of pit (kern, kerning, kerel, karring). [N 82 (1981)] I-7
kernhout kern: Veldeke 1979 nr 1  kaer (Venray), WLD  kēr (Venray), ziel: ziēl (Venray) Het binnenste van een boom zonder levend weefsel, donker van kleur (kern, kernhout). [N 82 (1981)] || kern, nieuwgevormde — in gewas III-4-3
kers, zoete soorten wijnkers: wienkérs (Venray) wijnkers I-7
kersenbloesem kersenbloei: kersenbläöj (Venray) kersenbloei I-7
kersenboom kersenboom: kersenboeëm (Venray) kersenboom I-7
kerstlied kerstliedje: kerstlietjes (Venray) Een lied dat in de kersttijd veel gezonden wordt [leis, kerstliedje]. [N 90 (1982)] III-3-2
ketelmuziek ketelmuziek: ketelmuziek (Venray) Het lawaai dat gemaakt wordt met potten, pannen, ketels etc. en dat bij wijze van volksjustitie gemaakt wordt voor de deur van personen die zich misdragen hebben in de ogen van hun dorpsgenoten [blekalbade, belmarkt]. [N 90 (1982)] III-3-2
keuken keuken: \'n Vette keuke, \'n mager testement: wie royaal is met eten en drinken , houdt niet veel over Wie nie braoje kan, mòt uut de keuke wegbliëve: men moet zich niet bemoeien met zaken waar men geen verstand van heeft  keuke (Venray) keuken III-2-1
keukenkast aanrechtkastje: ánraech(t)kaesje (Venray), keukenkast: keukekâs(t) (Venray) aanrechtkastje || keukenkast III-2-1