18736 |
meisjeshemd? |
hemd:
himd (L210p Venray, ...
L210p Venray,
L210p Venray),
lijfje:
liefke (L210p Venray),
maagdjeshemd:
magjes himd (L210p Venray),
megjeshemd (L210p Venray),
megjeshimd (L210p Venray)
|
Onderhemd voor meisjes. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van meisjes? [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18734 |
meisjesonderbroek? |
boks:
boks (L210p Venray),
lange onderboks voor maagdjes:
lang onderboks vör megjes (L210p Venray),
maagdjesboks:
megjes boks (L210p Venray, ...
L210p Venray,
L210p Venray),
megjesboks (L210p Venray),
onderboksje:
onderbökske (L210p Venray)
|
Onderbroek voor meisjes. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18583 |
meisjesondergoed |
boks:
boks (L210p Venray),
hemd:
himpt (L210p Venray),
korsettenlijfje (<fr.):
corsetteliefke (L210p Venray),
maagdjesondergoed:
megjes ondergoed (L210p Venray, ...
L210p Venray),
megjesondergoed (L210p Venray),
ondergoed:
oondergoed (L210p Venray),
ondergoed voor maagdjes:
ondergoed vur megjes (L210p Venray),
ondergoed vör megjes (L210p Venray)
|
Ondergoed voor meisjes. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
28571 |
meiziekte |
meiziekte:
meiziekte (L210p Venray),
schimmelziekte:
schimmelziekte (L210p Venray),
schrompelvleugel:
schrompelvleugel (L210p Venray)
|
Darmaandoening. De meiziekte is onschuldiger dan nosema. De ziekteverschijnselen zijn nagenoeg gelijk aan die van de mijtziekte: de bijen tuimelen naar buiten, kunnen niet vliegen, krabbelen rond met opgezet achterlijf. De ontlasting is zeer dik en vast. Er sterven wel bijen aan maar minder dan aan nosema. Vermoedelijke oorzaak is het gebruik van licht beschimmeld stuifmeel. Heel waarschijnlijk duiden de woordtypen vleugellam, vleugellamheid en kreupel op dezelfde meiziekte. Meiziekte is in het algemeen een verzamelnaam voor diverse kwalen. [N 63, 71d]
II-6
|
24543 |
melde |
schietmelde:
schietmeld (L210p Venray)
|
melde, witte ganzenvoet
III-4-3
|
22800 |
melden (kaartterm) |
melden:
melde (L210p Venray)
|
Het roemen bij het kaartspel.
III-3-2
|
20970 |
melig |
melig:
Veldeke 1979, nr. 1
maelig (L210p Venray),
WLD
mélig (L210p Venray)
|
Te rijp en daardoor droog en korrelig, gezegd van een vrucht (meelachtig, melen, versleten, melig). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
34237 |
melk |
melk:
męlǝk (L210p Venray),
mɛlk (L210p Venray),
romen:
romǝ (L210p Venray),
roǝmǝ (L210p Venray),
ruǝmǝ (L210p Venray),
rōmǝ (L210p Venray)
|
De hoofdzakelijk uit water, eiwit, vet en melksuiker bestaande witte vloeistof die door het vrouwelijk rund wordt afgescheiden. Op de kaart is het woordtype melk niet opgenomen. [A3, 3; A 11, 1c; A 17, 17; A 7, 14; RND 40; RND 127; S 23; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 4, 3; L 29, 5; NE 3, V 6n; Vld.; Gwn 10, 1; monogr.]
I-11
|
33882 |
melk van het paard |
paardsmelk:
pęrsme̜lǝk (L210p Venray)
|
De biest- of paardsmelk bevat ingrediënten die het veulen tegen verscheidene ziekten weerstand geven en die er bovendien voor zorgen dat het darmpek, de taaie, donkere substantie die zich in de darmen van het pasgeboren veulen bevindt (zie het lemma ''de eerste uitwerpselen van het veulen'' (5.7)), verwijderd wordt.' [N 8, 32.6 en 57]
I-9
|
34241 |
melk zeven |
zijen:
zei̯ǝ (L210p Venray),
zijgen:
zēi̯gǝ (L210p Venray)
|
De melk door een doek, zeef of filter laten vloeien om de melk te zuiveren van onbruikbare of verontreinigende stoffen of bestanddelen. [S 46; Wi 30; monogr.; add. uit N 12, L 324]
I-11
|