e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
met de poten te ver uit elkaar staan (te) ruim staan: rȳm stǭn (Venray) [N 8, 78b] I-9
met de vlakke hand op iemands rug slaan slaan: slōͅn (Venray), watsen: watsə (Venray) Met de vlakke hand op iemands rug slaan [batsen, doezen]. [N 88 (1982)] III-3-2
met de voorpoten harkend over de grond krabben klauwen: klǭu̯ǝ (Venray), krabben: krabǝ (Venray) Met de hoeven in de aarde krabben of wroeten. [JG 1a; N 8, 74] I-9
met de zweep slaan of geluid geven zwepen: zwēpǝ (Venray) Het slaan met de zweep brengt een knallend geluid voort. Terwijl in de enquête van J. Goossens het werkwoord zwepen in de jaren vijftig enkel voor Achel (L 282) en Hamont (L 286) werd opgetekend, vermeldt de enquête van P. Willems (1885)het nog voor een groot aantal gemeenten uit de beide Limburgen. Zie in dit verband ook ros voor "paard" (WLD I, afl. 9, p. 5). [JG 1a, 1b, 2c; L 8, 141a; Wi 42; monogr.] I-10
met kleppers rondlopen klepperen: kleppere (Venray) 3. Met klaphoutjes, gemaakt van beukenhout, een klepperend geluid maken. III-3-2
met paard en kar rijden varen: vārǝ (Venray) [JG 1b, 2c; N 8, 100; Wi 33; monogr.] I-10
met paard en koets rijden, paardrijden rijden: ręi̯ǝ (Venray) Het paard besturen als het voor de koets gespannen is, of als het als rijdier gebruikt wordt. Deze twee begrippen worden terminologisch niet onderscheiden. [JG 1a, 1b; Wi 29; monogr.] I-10
met sneeuwballen gooien sneeuwballen smijten: snejbɛl smitə (Venray) Met sneeuwballen naar elkaar gooien [ruiken]. [N 88 (1982)] III-3-2
met snelheid over iets heen vliegen scheren: schērre (Venray), snijden: snäöie (Venray) vliegen: Met snelheid over iets heen ~ (snoeken). [N 84 (1981)] III-1-2
met tegenzin tegen heug en meug: tĕĕgen heug en meug (Venray) tegen heug en meug [SGV (1914)] III-1-4