21857 |
onbruikbare voorraad |
bocht:
bocht (L210p Venray)
|
allerlei slechte en onbruikbare voorraad [breggel, plodder, bocht, bagage] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18584 |
onderbroek |
onderboks:
onderboks (L210p Venray),
oonderboks (L210p Venray)
|
Ondergoed voor mannen. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
30245 |
onderdorpel |
raamdorpel:
rāmdø̜rpǝl (L210p Venray)
|
De onderste horizontale regel van een raam- of deurkozijn. Voor buitendeur- of buitenraamkozijnen werd de onderdorpel vroeger meestal uit eikehout of natuursteen vervaardigd, bij binnendeurkozijnen uit vure- of dennehout, soms uit eikehout. Tegenwoordig wordt ook hardhout, kunststof en metaal gebruikt. [N 55, 7c; monogr.]
II-9
|
24637 |
ondereinde van de stam |
voet:
Veldeke 1979 nr 1
voët (L210p Venray)
|
Het dikke uiteinde van de stam, onderaan (voet, kont, gat, kop). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
25781 |
ondergisting |
ondergisting:
ondergisting (L210p Venray)
|
De gisting die optreedt bij temperaturen tussen 5 en 10 graden Celsius. [monogr.]
II-2
|
18401 |
ondergoed |
ondergerei:
ondergrei (L210p Venray),
ondergoed:
ondergoed (L210p Venray, ...
L210p Venray,
L210p Venray,
L210p Venray),
oondergoed (L210p Venray),
onderkleren:
onderkliêr (L210p Venray)
|
Onderkleding. Wat is in uw dialect het gewone woord voor onderkleding? [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
21351 |
onderhands |
onderhands:
onderhandsch (L210p Venray)
|
onderhandsch [SGV (1914)]
III-3-1
|
18257 |
onderhemd |
hemd:
en schon himd (L210p Venray),
hemd (L210p Venray),
hĕĕmd (L210p Venray),
himd (L210p Venray, ...
L210p Venray,
L210p Venray,
L210p Venray,
L210p Venray),
kerelshemd:
kels himd (L210p Venray)
|
hemd [SGV (1914)] || Onderhemd voor mannen. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van mannen? [DC 62 (1987)] || onderhemd, onderkledingstuk dat op het blote lijf gedragen wordt [im, emmek, hem, himp, kemsel, liejms, sjmies, vlok] [N 25 (1964)] || schoon [o] [een ~ hemd] [SGV (1914)]
III-1-3
|
18313 |
onderjurk |
lijfje:
liefke (L210p Venray, ...
L210p Venray)
|
onderjurk, onderkleed met lijfje en schouderbanden [N 24 (1964)]
III-1-3
|
19395 |
onderkussen, peluw |
hoofdpulf:
Um enne hutpulf huuërt enne mojje rusti‰k
hutpulf(t) (L210p Venray),
peluw:
pulling (L210p Venray),
pulf:
pøləf (L210p Venray)
|
hoofdpeluw || peluw [SGV (1914)]
III-2-1
|