18168 |
rafelen |
rafelen:
riffele (L210p Venray),
ráffele (L210p Venray),
riffelen:
refǝlǝ (L210p Venray),
rīfǝlǝ (L210p Venray),
uitrafelen:
uutgeriffelt (L210p Venray)
|
aan de rand uiteenvallen in afzonderlijke draden, het loslaten van draden, gezegd van weefsel [rafelen, raffelen, reffelen, riefelen] [N 86 (1981)] || rafelen [SGV (1914)] || Uitvezelen van stof. [N 59, 188; N 62, 45a; MW; S 29; monogr.]
II-7, III-1-3
|
19576 |
ragebol |
spinnenjager:
spenəjēͅgər (L210p Venray),
spinnejaeger (L210p Venray),
idiosyncr.
spinnejäger (L210p Venray)
|
raagbol [SGV (1914)] || ragebol || ragebol, bolvormige borstel waarmee spinnewebben worden verwijderd [N 26 (1964)]
III-2-1
|
20600 |
ragout van gebraden gevogelte |
gebak:
gebak (L210p Venray)
|
Hoe noemt U: Ragout van gebraden gevogelte (salmi) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21164 |
rails |
rails (<eng.):
rills (L210p Venray),
rils (L210p Venray)
|
de staven waarop een trein loopt [rails, riels, riggels] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19433 |
ramen lappen |
afzemen:
áfzieëme (L210p Venray),
zemen:
zīmə (L210p Venray),
glazen, ruiten en glanzende oppervlakts droog wrijven met een zeemleren doek
zieëme (L210p Venray)
|
afzemen, met een zeem afdoen || ramen zemen [DC 15 (1947)] || zemen
III-2-1
|
19977 |
rammelaar |
rammel:
remmel (L210p Venray),
rammelaar:
rammelaar (L210p Venray),
remmeler (L210p Venray)
|
Het speeltuig voor heel jonge kinderen, dat bestaat uit een holle bol met een handvat waarin zich één of meer losse balletjes bevinden [rammelaar, rammel, klater]. [N 88 (1982)] || konijn, mannetje [DC 04 (1936)] || rammelaar, mann. haas of konijn
III-2-1, III-3-2
|
20295 |
rammelen |
rammelen:
rammele (L210p Venray)
|
een onwelluidende, trillende klank voortbrengen, gezegd van loszittende voorwerpen die in beweging gebracht worden [rammelen, rotelen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
33578 |
rammenas |
snijdersspek:
sneejersspek (L210p Venray)
|
rammenas
I-7
|
21980 |
rampvlucht |
grootfond:
grôêêtfond (L210p Venray)
|
een vlucht waar er weinig van terugkomen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24626 |
rank |
reng (mv.):
Veldeke 1979 nr 1
reng (L210p Venray),
scheut:
scheut (L210p Venray, ...
L210p Venray)
|
rank [SGV (1914)] || ranken (v.e. wingerd) [SGV (1914)] || Stengel met bladeren, bloemen, etc. die in zichzelf niet voldoende stevigheid bezit om overeind te staan, vooral van klimplanten (reng, rank, rene, tak). [N 82 (1981)]
III-4-3
|