e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ravotten ballegooien: ballegojje (Venray), kuiten: kuite (Venray), mukken: møͅkə (Venray), NB mök: kalf, mökke mv.  mökke (Venray), reupen: WNT: reupen (I), 3. In de onz. beteekenis stoeien, vechten: nevenvorm van repen (III), eveneens met ronding.  ry(3)̄əpə (Venray), rotsen: Jònges, blie:f toch nie án t roetse!  roetse (Venray), struinzen: ströjnze (Venray) 2. Ravotten, in en uit lopen. || Ravotten, ronddwalen. || Stoeien, dollen, gekheid maken, dartelen. || Stoeien, wild spelen. || Voor de grap met elkaar worstelen, ravotten, gezegd van kinderen [riepen, riepzakken, raggen, balkuinen, stoeien]. [N 88 (1982)] III-3-2
razen en tieren permitteren: permettiere (Venray), razen: raoze (Venray), sakkeren: sákkere (Venray), tekeergaan: te kier gaon (Venray), te kier goan (Venray) luidruchtig uiting geven aan woede [razen, tieren, tekeergaan, tobben] [N 85 (1981)] || razen, tieren || vloeken, tieren, te keer gaan III-1-4
razend van woede dol: dol (Venray), door de dolle: dur den dolle (Venray), giftig: giftig (Venray) razend van woede, zeer woedend [dol, dul] [N 85 (1981)] III-1-4
recht uit de richting van de losplaats aankomen goede hoek: de goeie hôêk (Venray) Hoe zegt men: het aankomen van de duif: recht uit de richting van de losplaats? [N 93 (1983)] III-3-2
rechtbank rechtbank: rechtbank (Venray) rechtbank [SGV (1914)] III-3-1
rechterkant van het paard van de hand: van dǝ hānt (Venray) Tegenovergestelde kant van de plaats waar de voerman gaat. [N 8, 9 en 10] I-9
rechthamer vlakhamer: vlakhāmǝr (Venray) Hamer met één of twee vlakke koppen die dient om bulten en andere ongelijkheden uit plaatmateriaal te verwijderen. "De eerste bewerking, welke het blik ondergaat, wanneer daaruit door buigen of drijven eenig voorwerp vervaardigd worden moet, is in het algemeen het spannen, gelijktrekken, dresseeren of richten (...), hetgeen op den richt-stok door middel van den richt-hamer geschiedt..." (Kuyper, pag. 365). Zie ook afb. 152. [N 64, 39b] II-11
rechtop rechtop: raechtòp (Venray), raechòp (Venray) rechtop III-4-4
rechtspreken rechtspreken: rechtsprēkke (Venray) rechtspreken [rechten] [N 90 (1982)] III-3-1
rechtsvoor rechtsbuiten: links, rechts bŭŭte (Venray) Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2