24383 |
stekelbaars |
stekelbaars:
Veldeke 1979 nr. 1
d’n stekelbaars (L210p Venray),
strekel:
WLD
strekel (L210p Venray)
|
Hoe noemt u de stekelbaars: een vis die in de winter naar zee trekt en in het voorjaar terugkomt naar zoet water om zich voort te planten. Hij heeft geen schubben maar beschermende plaatjes. Op de rug komen drie stekels voor, op de buik twee. Het mannetje [N 83 (1981)]
III-4-2
|
17820 |
steken |
steken:
stêke (L210p Venray),
stę̄kǝ (L210p Venray)
|
Het prikken met de angel in de huid door de bijen. [N 63, 73b; Ge 37, 124; monogr.] || steken [SGV (1914)]
II-6, III-1-2
|
19744 |
stekker |
driewegstekker:
driejwegstekker (L210p Venray)
|
stekker met drie aansluitmogelijkheden
III-2-1
|
21421 |
stelen |
stelen:
steele (L210p Venray)
|
stelen (geen context) [DC 38 (1964)]
III-3-1
|
30018 |
stelling |
drie-/drijpoot:
dripūǝt (L210p Venray)
|
Doorgaans uit drie poten opgebouwde stellage waar de mortelbak tijdens het vullen op wordt geplaatst. De stelling wordt ook gebruikt bij het beladen van het steenbord. Zie ook afb. 23. Met de termen 'bok' of 'schraag' duidde men in Q 121 een houten schraag met uitstekende dwarsplanken aan. Op de planken werden op heuphoogte van de metselaar de mortel en de stenen gedeponeerd zodat deze zich niet te diep hoefde te bukken. Zie voor de fonetische documentatie van de woorddelen '(mortel)-', '(spijs)-' etc. het lemma 'Mortel'. [N 30, 45c; monogr.; div.]
II-9
|
25966 |
stellingmolen |
galerijmolen:
galerijmolen (L210p Venray)
|
Een hoge stenen molen met een zwichtstelling er rond omheen vanwaaraf onder meer de stand van de kap kan worden veranderd en de vang wordt bediend. Zie ook afb. 9. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømolenŋ het lemma ɛmolenɛ.' [N O, 32e; A 42A, 53; Sche 6; N O, 32j]
II-3
|
18158 |
stelpen van bloed |
stelpen:
stolpe (L210p Venray),
stölpe (L210p Venray)
|
Stelpen van bloed (struppen, stuffen, stulpen, stelpen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
22367 |
stelt |
stelt:
stelt (L210p Venray)
|
Elk van de beide staken met een dwarsklamp waarop men de voet zet en die gebruikt worden om daarmee grotere stappen te doen [stelt, staak, schaats]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21602 |
stemmen |
stemmen:
stemme (L210p Venray, ...
L210p Venray)
|
zijn stem uitbrengen bij verkiezingen [stemmen, doppen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21487 |
stempelen |
stempelen:
stempele (L210p Venray, ...
L210p Venray)
|
het laten afstempelen door een werkloze van een formulier als bewijs dat hij geen regelmatige arbeid verricht heeft [doppen, stempelen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|