17620 |
tong |
klamp:
klamp (L210p Venray),
tong:
tong (L210p Venray),
tonge (L210p Venray),
tòng (L210p Venray)
|
De gemetselde afscheiding tussen twee rookkanalen in een schoorsteen. De term 'wang' (L 270) wordt doorgaans gebruikt voor de zijmuren van een uitgebouwd rook- en/of wasemkanaal. [N 32, 25c; monogr.] || tong [DC 01 (1931)]
II-9, III-1-1
|
18231 |
tong van een schoen |
tong:
tōng (L210p Venray),
tòng (L210p Venray)
|
een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
20893 |
tongenworst |
tongenworst:
tòngewaorst (L210p Venray)
|
tongeworst
III-2-3
|
25850 |
tonnen |
tonnen:
tǫnǝ (L210p Venray)
|
Het bier in tonnen of vaten doen. [N 35, 90; monogr.]
II-2
|
21382 |
toonbank |
toon:
teun (L210p Venray),
toonbank:
toounbank (L210p Venray)
|
de winkeltafel waarop de waren worden getoond of gelegd [toog, toonbank, gaam, bank] [N 89 (1982)] || toonbank [SGV (1914)]
III-3-1
|
23464 |
torenhaan |
t hantje van dn taore?].:
haantje van den tore (L210p Venray),
toorehaan (L210p Venray, ...
L210p Venray),
torenhaan (L210p Venray)
|
De haanvormige windwijzer boven op de torenspits [weerhaan, windhaan [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23456 |
torenspits |
spits:
spits (L210p Venray, ...
L210p Venray),
torenspits:
torespits (L210p Venray, ...
L210p Venray)
|
De spits van de kerktoren; deze is meestal met leien bedekt. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23300 |
torenuurwerk |
kerkklok:
kerkklok (L210p Venray, ...
L210p Venray,
L210p Venray,
L210p Venray,
L210p Venray)
|
Het uurwerk in de kerktoren, de torenklok [kerkklok, kerkuur?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
29108 |
tornen |
tornen:
tǫrǝ (L210p Venray)
|
De naad of steken losmaken en uithalen. [N 62, 22; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 20; MW; S 38]
II-7
|
22025 |
tortelduif |
koerduifje:
koērduūfke (L210p Venray),
Vroeger hing in een kooitje boven de deur een tortelduifje als afwerende kracht. Zie ook: láchduu:fke.
koērduūfke (L210p Venray),
lachduif:
láchdoēf (L210p Venray),
columba risoria
láchdoēf (L210p Venray),
tortelduif:
torteldoēf (L210p Venray, ...
L210p Venray),
torteldōēf (L210p Venray),
turkse tortel:
turkse tortel(doef) (L210p Venray),
turkse tortelduif:
broedt zowel in de winter als in de zomer en gaat een bedreiging vormen in de toekomst
turkse torteldōēf (L210p Venray)
|
lachduif || Lachduif (Columbia risoria). || tortel (28 bekende zomervogel; slank en lichtbruin; nestje meestal in hoge struiken; roep [toerrrrr, toerrrrr] [N 09 (1961)] || tortel: turkse ~ (28 nieuwe soort voor Brabant, nu meest nog in het oosten; net een grote tamme Oostindische tortel; hele jaar hier; vaak in troepen bij graanhandel, vaak op televisiemasten; alleen bij woningen, nooit in het bos; roep [roe-kóé-koe] en g [N 09 (1961)] || tortelduif || Tortelduif. || Tortelduifje. || turkse tortel
III-3-2, III-4-1
|