e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitwijken aan de kant gaan: an de kant gaon (Venray) met paard en kar van het midden van de weg naar rechts wijken (afzetten) [N 90 (1982)] III-3-1
uitzetplanken bouwplanken: bǫwplē̜ǝŋk (Venray) De planken die men gebruikt bij het uitzetten van een te bouwen huis. De uitzetplanken worden horizontaal tegen de piketten gespijkerd. In Q 111 werkte men bij het uitzetten niet met planken, maar met een koord. [N 30, 24c] II-9
unster ponder: punder (Venray) unster (balans) [SGV (1914)] III-3-1
urine pis: pis (Venray) urine [N 10c (1995)] III-1-1
urineren pissen: pisse (Venray) urineren [N 10c (1995)] III-1-1
vaandel vaan: vaan (Venray), vaandel: vaandel (Venray), vendel (Venray) 1. Vaandel. || De aan de stok gedragen doek met de kleuren of emblemen van een vereniging of gilde [vaandel, vendel, vaan]. [N 88 (1982)] III-3-2
vaandeldrager vaandeldrager: vaandeldreeger (Venray), vendeldrager (Venray) Degene die het vaandel draagt in een schutterij, gilde [vaandrig, venderik, afferis, vendelzwaaier]. [N 88 (1982)] III-3-2
vaars maal: māl (Venray), mǭl (Venray), rindje: rentjǝ (Venray), vaars: vārs (Venray), vɛrs (Venray) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vaatdoek schoteldoek: sxotəlduk (Venray), schotelslet: Och dat schòttelslet, da mikt zó mennig ki‰ndje net:Voordat de kinderen naar school gingen, werd dikwijls nog even met een \"vaatdoek\"door het gezicht gewreven, om het ergste vuil eraf te vegen  schòttelslet (Venray) vaatdoek [SGV (1914)] III-2-1
vademen (de/een) naald(e) vamen: dǝ nǫlt vē̜mǝ (Venray), ǝn nǫlt vɛ̄mǝ (Venray) Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.] II-7