e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

Gevonden: 6060
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de gummiring afnemen de ring afdoen: ring afdôên (Venray) het afnemen van de gummiring? [N 93 (1983)] III-3-2
de hort op? op de retteketet: WNT: retteketet, A.2b) Benaming voor een snapachtige vrouw.  op de retteketet (Venray), op sjouw: Van Dale: I. sjouw, 2. (stud.) aan de (of op) de sjouw zijn, boemelen, aan de rol zijn.  op sjouw (Venray) Uitdrukking voor: veel weg zijn; dikwijls niet thuis wezen (een dergelijke uitdrukking wordt vaak gebruikt van huisvrouwen en is wat afkeurend. Men bedoelt dan: ze hoorde voor het huishouden te zorgen, maar ze is te vaak weg om dat goed te doen) [DC 28 (1956)] III-3-1
de huiszegen bidden huiszegen bidden: den huuszaegen bidde (Venray) De Huiszegen bidden. [N 96B (1989)] III-3-3
de kaarsen aansteken aansteken: anstaeke (Venray) De kaarsen aansteken [aanstèèke, aanstaoke?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de kaarsen doven doven: kerse doeeve (Venray) De kaarsen doven, uitmaken, uitdoen. [N 96B (1989)] III-3-3
de kaarten couperen afheffen: áfhöffe (Venray), heffen: høͅfə (Venray) Aftillen. Bij het kaartspel: t bovenste gedeelte wisselen met het onderste gedeelte van de stapel. || Een aantal kaarten van de stapel afnemen voordat ze gedeeld worden, zodat de nieuwe bovenste kaart in ieder geval onbekend is [couperen, heffen, afheffen, afkappen]. [N 88 (1982)] III-3-2
de kaarten ronddelen geven: gaeve (Venray) De kaarten ronddelen [delen, geven, hangen]. [N 88 (1982)] III-3-2
de kaarten schudden schieten: schiete (Venray) Speelkaarten door elkaar mengen zodat volgkaarten goed verspreid liggen [schudden, schokken, wassen, schieten, mingelen]. [N 88 (1982)] III-3-2
de kaarten steken steken: staeke (Venray) De kaarten op een bepaalde manier schudden om vals te kunnen spelen [steken]. [N 88 (1982)] III-3-2
de kelder uitgraven de kelder smijten: dǝ kɛldǝr smitǝ (Venray) De kelderruimte van het bouwwerk met behulp van de steekschop uitgraven. [N 30, 25b; monogr.] II-9