e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L244a plaats=Veulen

Overzicht

Gevonden: 970
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lampenpit kousje: köwske (Veulen), lampenkousje: laampeköwske (Veulen), lámpeköwske (Veulen), lemmet: limmet (Veulen), lemmetgaren: limmetgare (Veulen), wiek: wiek (Veulen) gloeikousje van een gaslamp || gloeikousje voor een gaslamp || katoenen pit voor olielamp || katoentje van een petroleumlamp || kousje van een gaslamp, petroleumgaslamp || lont III-2-1
lantaarn lantaarn: lântaern (Veulen), lucht: De karlucht en de stallucht mòtte nog werre naogezi‰n Groeëte lucht, klaen licht: een grote mond, maar weinig prestatie \'n Lucht zònder licht: gezegde voor een dom persoon  lucht (Veulen) lantaarn III-2-1
lat lat: lat (Veulen  [(meervoud: latǝr)]  ) In het algemeen een gezaagde strook hout met geringe breedte en dikte. [N 50, 73e; N 50, 74a; monogr.] II-12
ledikant bed: Ien bed zitte: ziek zijn Ovver alles wat ien bed wert gezeed, mòt \'n lake werre geleed: Wat in het echtelijk bed wordt besproken moet geheim blijven Van \'t bed òp \'t ströj rake: Van de ene moeilijkheid in de andere raken  bed (Veulen), ledikant: liddekânt (Veulen) ledikant III-2-1
leegloper leegloper: leegluuëper (Veulen) leegloper III-1-4
lege eerste koe weischot: węi̯sxǫt (Veulen) Jong rund dat eenmaal heeft gekalfd, maar dat daarna niet meer drachtig wil worden of waarmee men niet verder wil fokken. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 25b; N C, 15; monogr.] I-11
lekkerbek spader: Aete as enne spaajer: zeer veel eten  spaajer (Veulen) goede eter III-2-3
lemmer het scherp: Schi‰te met schaerp  schaerp (Veulen), lemmet: limmet (Veulen) scherp van een mes || zijvlak van een mes, bijl III-2-1
lepe, doortrapte kerel lepe kerel: lieëpe kél (Veulen) lepe, sluwe kerel III-1-4
lepel lepel: De lepel weggeleed hebbe: gestorven zijn Wie mit d\'n dËvel van ieënen telder wil aete, mòt enne lánge lepel hebbe: wie met slecht volk omgaat moet tegen hen opgewassen zijn  lepel (Veulen) lepel III-2-1