e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Veulen

Overzicht

Gevonden: 1439
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broeds kloeks: kluks (Veulen) Op de vraag "Wat zegt u tegen "broeds" in uw dialect?" antwoordt een aantal informanten met een omschrijving. Deze antwoorden vindt men terug onder de als werkwoord aangeduide woordtypen. [N 19, 43b; L 22, 22; S 5; monogr.] I-12
broedsel broedsel: brūsǝl (Veulen) [L A2, 357; monogr.] I-12
broeksriem? riem: rijəm (Veulen) riem [ZND A2 (1940sq)] III-1-3
bron bron: boͅwən (Veulen) bron [ZND B2 (1940sq)] III-4-4
brood stoetbrood: stuutbroeëd (Veulen) brood, gebakken van restanten van ander brooddeeg III-2-3
broodje pistolet: pistelej (Veulen), stoetje: later ook benaming voor een kadetje  stuutje (Veulen) feestelijk, langwerpig, knapperig broodje || klein broodje, gebakken van het deeg dat van een groot brood over bleef III-2-3
broodmand bakkersmand: bɛkǝrsmãnt (Veulen), broodmand: bruǝtmãnt (Veulen) Mand, vaak rechthoekig van vorm, waarin de bakker brood naar de markt of naar de klant bracht. De bakkersmand was volgens het Venrays woordenboek (pag. 78) een grote vierkante gevlochten mand, die meestal voor op een transportfiets stond en waarmee het brood bezorgd werd. [N 40, 96; N 40, 115; monogr.] II-12
broodmes broodmes: broeëdmes (Veulen), bródmes (Veulen) broodmes III-2-1
broodoven oven: ho.wǝvǝ (Veulen) De diverse vragen vroegen in het algemeen naar "de oven" en niet specifiek naar "de broodoven" afgezien van N 29, 1a. Het merendeel van de antwoorden slaat op de oven aan huis of op de boerderij. Meer specifieke ovens zullen in de bakkerij gebouwd zijn. De königswinteroven is een oven gemaakt van grote blokken steen afkomstig uit königswinter. De vloer bestaat uit twee grote blokken. Deze oven is voorzien van drie kanalen (pijpen) die boven het gewelf zijn aangebracht. Kanalen voeren de rook van achter de oven boven over het gewelf naar voren waardoor de trek van het vuur veel beter regelbaar wordt gemaakt (z. wbd ii afl. 1 blz. 62). [N 29, 1a; N 5, 135; RND, 57; S 27; Wi4; L 12, 8; L 40, 13b; L 40, 14; L A 2, 277; monogr.] II-1
broodpap brokjespap: brökskespáp (Veulen), broodpap: broeëdpáp (Veulen) pap met stukjes brood III-2-3