e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Veulen

Overzicht

Gevonden: 1439
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
deur plank: Smiet die plaank ien \'t gat:maak de deur dicht plank. Daor is de waereld mit plaenk toewgenaegeld: Dat is een armzalig gehucht  plaank (Veulen) deur III-2-1
deurklopper deurklopper: voorloper van de bel  deurklöpper (Veulen), klopper: klöpper (Veulen, ... ) klopper op de deur || klopwerktuig III-2-1
deurknop, deurklink klink: kleenk (Veulen) klink III-2-1
dienblad theeblad: thieëblad (Veulen) presenteerblad bij het theedrinken III-2-1
dij bats: batsə (Veulen) dijen (deel v.h. been boven de knie) [ZND B1 (1940sq)] III-1-1
dille venneke: éénjarige schermbloemkruid gebruikt bij het inmaken van augurken en komkommers  vinneke (Veulen) dille III-2-3
dissel dijsemboom: dęi̯zǝbau̯m (Veulen) Een (korte of lange) boom of balk die aan het voorste asblok van de driewielige kar, de boomwagen of de wagen bevestigd is. De bespanning van de paarden wordt aan deze balk bevestigd. Naargelang de lengte onderscheidt men de korte of kromme dissel (meestal te vinden bij de driewielige kar en de boomwagen), waaraan ten hoogste twee paarden ingespannen konden worden en de lange dissel (meestal te vinden bij de wagen), waaraan twee of meer paarden ingespannen konden worden. De woordtypen die via een attribuut √©√©n van deze twee disseltypen aanduiden zijn samengebracht op het einde van het lemma. [N 17, 44a + 50b; N G, 70i-j; JG 1b; JG 1c; JG 1d; JG 2b; A 27, 19 + 21 + 22a; Lu 5, 19 + 21 + 22a; Wi 15; R 3, 93; L 33, 32; monogr.] I-13
dolle kervel dolle kelver: dǫlǝ kęlǝvǝr (Veulen) Chaerophyllum temulum L. Een vrij algemeen voorkomend -naar men aanneemt: giftig- onkruid aan bosranden, akkerkanten en beschaduwde wegbermen met een behaarde, roodgevlekte stengel, witte bloempjes in schermen en veervormig, ingesneden donkergroen blad. Het bloeit van mei tot juli en de lente varieert van 60 tot 120 cm. [A 60A, 16; L 1, a-m; L 6, 35; L 15, 8; S 7; monogr.] I-5
dom stom: stòm (Veulen) dom III-1-4
domme man klotskop: klotskop (Veulen), uilskuiken: uulskuk (Veulen) stom iemand, grote stommerik || uilskuiken, dommerik III-1-4