e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Veulen

Overzicht

Gevonden: 1439
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geeuwhonger geeuwhonger: giəhoŋər (Veulen), goͅu̯huŋər (Veulen) geeuwhonger || geeuwhonger (ziekelijke honger) [ZND B1 (1940sq)] III-2-3
gegraven waterloop gracht: grāx (Veulen) In het algemeen is in dit lemma sprake van een gegraven waterloop als afscheiding of om overtollig water af te voeren of om te bewateren. In dialectenqu√™tes zijn er veel vragen gesteld naar de benamingen voor een sloot, graaf of gracht. In de antwoorden bleek veel overlap te zitten. Het gaat hier om waterlopen die verschillend van breedte kunnen zijn. Omdat de antwoorden hierover niet eenduidig waren, was het niet mogelijk aan een begrip een vaste breedte toe te kennen. Algemeen kan men zeggen dat een gracht een bredere sloot is, een graaf een wat bredere, vaak droge sloot, en dat een goot, grub en zouw wat smallere waterlopen zijn. Het overeenkomstige bij alle waterlopen is dat ze gegraven zijn. [N 27, 24; AGV, m1; A 20, 1c; A 20, 1d; A 10, 21; A 2, 48; L 24, 27; L 1a-m; L 36, 4; L A1, 62; Lu 1, 5; R 14, 23j; S 11, 33; monogr.] I-8
gehakt met: met (Veulen) gehakt varkensvlees III-2-3
geit geit: gēi̯t (Veulen), gē̜t (Veulen) Geit in het algemeen. Ten aanzien van germ merken enkele informanten (L 292 (Heythuysen), Q 99 (Meerssen), 111* (Ransdaal)) op dat hiermee een vrouwelijke geit wordt bedoeld. Zie afbeelding 7. [N 77, 74; L 14, 32; A 9, 20; JG 1a, 1b; Wi 7; NE I, 16; AGV, m3; Gwn 5, 13; Vld.; monogr.; S, Q 105 add.; S 10, add.] I-12
geld geld: geͅlt (Veulen, ... ) geld [ZND 14 (1926)], [ZND A1 (1940sq)] III-3-1
geluk geluk: gələk (Veulen) een geluk [ZND A1 (1940sq)] III-1-4
gemaskerd persoon mom: mūm (Veulen) Een gemaskerd persoon. [ZND B1 (1940sq)] III-3-2
gemeen gemeen: gemaen (Veulen), gəmēn (Veulen) gemeen [ZND A2 (1940sq)] || gemeen, laag, slecht III-1-4
gemene vrouw loeder: mar.: of "loeder"?; "loeter"is niet in bovenstaande betekenis terug te vinden, wel in bet. van: dommerik, lummel (VD en WNT). Zie echter in WBD III, 1.4 wel het gebruik van "loeter"in bovenstaande bet.  lōēter (Veulen) kwade vrouw III-1-4
genezen genezen: gəniəzə (Veulen) genezen (ww) [ZND A1 (1940sq)] III-1-2