e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Veulen

Overzicht

Gevonden: 1439
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lepel lepel: De lepel weggeleed hebbe: gestorven zijn Wie mit d\'n dËvel van ieënen telder wil aete, mòt enne lánge lepel hebbe: wie met slecht volk omgaat moet tegen hen opgewassen zijn  lepel (Veulen) lepel III-2-1
leunstoel grote stoel: groeëtestoēl (Veulen), zorg: zörg (Veulen) leunstoel || stoel met armleuning behorend bij een meublement III-2-1
leverworst leverworst: Mit n schiëf laeverwaorst kunde ennen hoond baeter faeste as mit moj weurd  laeverwaorst (Veulen) leverworst III-2-3
lichtgeraakt, kregel kommerlijk: kummelek (Veulen), spinnorrig: cf. WNT IX, kol. 2169 s.v. "norrig". Zie "norsch"(zeer onvrienlijk, een slecht humeur toonenende ....)  spinnörig (Veulen) korzelig, kregelig, kort aangebonden || korzelig, lastig, kribbig, lichtgeraakt III-1-4
liefkozen knoefelen: knoēvele (Veulen), kozen: koeëze (Veulen) knuffelen || kozen, vleien, strelen III-1-4
lies lies: lęi̯s (Veulen) Het vel of vlies rond een windei. [JG 1b, 1c, 2c] I-12
lieveheersbeestje lievevrouwebeestje: livroͅwəbeͅskə (Veulen) lieveheersbeestje [ZND B2 (1940sq)] III-4-2
lijden lijden: lejə (Veulen) lijden [ZND A2 (1940sq)] III-1-4
lijn waar het spel begint naar: [sic]  də nààr (Veulen) De lijn van waar het knikkerspel begint. [ZND B1 (1940sq)] III-3-2
limburgse kaas stinkkaas: steenkkieës (Veulen, ... ) Limburgse kaas || stinkkaas III-2-3