e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vijlen

Overzicht

Gevonden: 2749
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blaffen bletsen: bletsche (Vijlen) blaffen [SGV (1914)] III-2-1
blaten bleken: gǝblē̜kt (Vijlen) Geluid voortbrengen, gezegd van een schaap. [N 19, 76a; S 52, add.; Vld.; monogr.] I-12
blauw oog blauw oog: blò ouw (Vijlen) Als iemand een klap op zijn oog heeft gehad, is zijn oog verkleurd. Hoe noemt u zon oog? [DC 52 (1977)] III-1-2
blauwe bosbes wolbeer: wolbeere mv (Vijlen), wolber: -  wolber (Vijlen, ... ), worbel: toonloos  wŏĕrbel (Vijlen) blauwe bosbes [DC 13 (1945)] || bosbes || boschbes [SGV (1914)] III-4-3
blauwe reiger, reiger reiger: re-gel (Vijlen) reiger [SGV (1914)] III-4-1
blauwe vleesvlieg, bromvlieg bromvlieg: WLD  bromvleeg (Vijlen), dikke vlieg: dieke vleeg (Vijlen, ... ) bromvlieg (legt eieren in geslacht vlees) [DC 18 (1950)] || Hoe noemt u een grote, dikke vlieg, donkerblauw glanzend, die eieren legt in geslacht vlees (dal) [N 83 (1981)] III-4-2
blazen blazen: bloaze (Vijlen) blazen [DC 37 (1964)] III-1-1
bleek bleek: bleek (Vijlen) bleek [SGV (1914)] III-1-2
bleke steen bleke brik: blēkǝ brek (Vijlen) Metselsteen die onvoldoende doorbakken is. [N 98, 165; S 37; monogr.; N 30 add.] II-8
blij vro: vroe-e (Vijlen) blij [SGV (1914)] III-1-4