e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vijlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tolgaarder barrierman: barreerman (Vijlen) tolgaarder [SGV (1914)] III-3-1
tollen draaien: drienne (Vijlen) Tollen: draaien als een tol (trijzelen, bollen). [N 84 (1981)] III-1-2
toneelspel stuk: sjtuk (Vijlen) Een voorstelling door een toneelgroep [spel]. [N 90 (1982)] III-3-2
tonen zeigen (du.): tseege (Vijlen) tonen [SGV (1914)] III-1-1
tong tong: tōng (Vijlen), tòng (Vijlen) tong [DC 01 (1931)] III-1-1
toonbank winkelbank: wing-kel-bank (Vijlen) toonbank [SGV (1914)] III-3-1
torenhaan t hantje van dn taore?].: winkhaan (Vijlen) De haanvormige windwijzer boven op de torenspits [weerhaan, windhaan [N 96A (1989)] III-3-3
torenspits torenspits: townsjpits (Vijlen) De spits van de kerktoren; deze is meestal met leien bedekt. [N 96A (1989)] III-3-3
torenuurwerk kerkenuur: kirke ōēr (Vijlen) Het uurwerk in de kerktoren, de torenklok [kerkklok, kerkuur?]. [N 96A (1989)] III-3-3
tornen losmaken: losmākǝ (Vijlen), lostroggelen: lostrōgǝlǝ (Vijlen) De naad of steken losmaken en uithalen. [N 62, 22; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 20; MW; S 38] II-7