| 20620 |
wittebrood |
wittebrood:
wittebroe-et (Q208p Vijlen)
|
wittebrood [SGV (1914)]
III-2-3
|
| 30709 |
witten |
witten:
wisǝ (Q208p Vijlen)
|
Een muur of plafond bestrijken met witkalk. Doorgaans wordt voor witkalk gebruik gemaakt van kalk die met veel water is geblust en daarna in een kuil heeft gestaan om eventueel nog ongebluste deeltjes gelegenheid te geven uit te blussen en om een gedeelte van het overtollige water te verliezen. [N 67, 66e; monogr.; Vld.]
II-9
|
| 24907 |
woensdagx |
goensdag:
gŏŏns-tig (Q208p Vijlen),
gŏstig (Q208p Vijlen)
|
de vierde dag van de week, woensdag [goensdag] [N 91 (1982)] || Woensdag [SGV (1914)]
III-4-4
|
| 24776 |
wolfskers |
wolfskers:
wolfkiech (Q208p Vijlen)
|
Wolfskers (atropa belladonna). Plant uit bosrijke bergstreken, als artsenij-gewas gekweekt en soms verwilderd. De bladeren zijn gaafrandig met 1 tot 3, meestal enigszins overhangende, paarsachtig bruine bloemen in de oksels. De bessen zijn zwart en zeer g [N 92 (1982)]
III-4-3
|
| 25210 |
wolkenbank |
de maaskant is bezet:
onduidelijk antwoord
der maaskant is bezat (Q208p Vijlen)
|
lange streep wolken die onbeweeglijk aan de horizon hangt [bank] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 23337 |
wonder |
wonder:
wŏŏn-der (Q208p Vijlen)
|
wonder [SGV (1914)]
III-3-3
|
| 19835 |
wonen |
huizen:
hoeze (Q208p Vijlen),
nestelen:
nistele (Q208p Vijlen),
wonen:
woe-e-ne (Q208p Vijlen)
|
een nestje hebben, gezegd van vogels (nesten, wonen, houden) [N 83 (1981)] || huizen (ww.) [SGV (1914)] || wonen [SGV (1914)]
III-2-1, III-4-1
|
| 22722 |
woonwagen |
woonwagen:
woenwage (Q208p Vijlen)
|
De woonwagen van kermisklanten [karrakiekast, brak]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
| 21267 |
woord |
woord:
woat (Q208p Vijlen)
|
woord [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 21014 |
wormstekig |
een worm in:
ne wurm i (Q208p Vijlen),
wormstekig:
WLD (Verschrijving ? Bedoelt waarschijnlijk weurmschtiekig)
weurschtiekig (Q208p Vijlen, ...
Q208p Vijlen)
|
Door wormen aangetast, gezegd van fruit (wormstekig, gemaaid, vermaaid, verpielt, meutelig, maaistekig, maaisteek). [N 82 (1981)] || wormstekig ve appel (subst.) [DC 23 (1953)]
I-7, III-2-3
|