e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vijlen

Overzicht

Gevonden: 2749
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
braamstruik bramelenstruik: bròmmelesjtruuk (mv.) (Vijlen), WLD  brommelleschtroek (Vijlen) braamstruik || De doornige struik die vooral op de heide en in de duinen en langs bosranden voorkomt; de vruchten zijn eerst groen, dan rood en als ze rijp zijn zwart (braamstruik, benrik, breemhorst, breemhocht, breemdoren, breembes, braam, breem, doren). [N 82 (1981)] III-4-3
braden braden: broane (Vijlen) braden [SGV (1914)] III-2-3
brandblaar brandblaar: brandblör (Vijlen) Een brandblaar. [DC 14 (1946)] III-1-2
branden brennen: der kachel brent (Vijlen) brandt [de kachel ~ ] [SGV (1914)] III-2-1
brander van een lamp brander: brender (Vijlen), brenner: brenner (Vijlen) brander (v. e. lamp) [SGV (1914)] III-2-1
brandewijn brandewijn: brandewien (Vijlen), schnaps (du.): schnaps (Vijlen) brandewijn; Hoe noemt U: Sterk alcoholische drank, gestookt uit wijn of graan (brandewijn, snevel, franse) [N 80 (1980)] III-2-3
brandhout brandhout: brangkhoot (Vijlen), braŋkhōt (Vijlen), kachelhout: kaggel-hoots (Vijlen), vinkelhout: vunkelhout (Vijlen) [SGV (1914)]brandhout [SGV (1914)] || Hoe noemt u het brandhout voor de kachel? (brandhout, stoofhout, kapittelhout) [N 104 (2000)] I-7, III-2-1
brandnetel brandnetel: bręnnīǝtǝl (Vijlen), brɛi̯ǝnīǝtǝl (Vijlen), -  breijenniejetel (Vijlen), netel: niǝtǝl (Vijlen) brandnetel (Urtica L.) [DC 13 (1945)] || Urtica L. Van dit zeer algemeen voorkomende onkruid bestaan er twee soorten: de grote brandnetel (Urtica dioica L.) en de kleine brandnetel (Urtica urens L.), die in praktijk eigenlijk niet van elkaar onderscheiden worden. De grote of groffe, die van 30 cm tot meer dan 2 m lang kan worden en hierbij afgebeeld is, groeit meer op stikstofrijke, vaak halfbeschaduwde vruchtbare gronden en stortplaatsen. De kleine of fijne -van 15 tot 60 cm hoog- meer op droge plaatsen, op bouwland en in moestuinen. Beide soorten hebben brandharen en grofgezaagde bladeren, die bij aanraking een brandend gevoel veroorzaken. De bloemen zien eruit als groenige trosjes, bij de grote tot enkele centimenters lang en hangend, en bloeien van juni, respectievelijk mei, tot de herfst. [A 13, 11; L 1, a-m; L 1u, 24; L 5, 15; L 15, 2; S 5; Gi 1, 14; monogr.; add. uit S 25; JG 1b] I-5, III-4-3
breien breien: brĕĕ-je (Vijlen) breien [SGV (1914)] III-1-3
brem ginster: ginster (Vijlen) brem [DC 47 (1972)] III-4-3