e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vijlen

Overzicht

Gevonden: 2749
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zijladders van de oude kar ledders: ledǝrǝ (Vijlen) De open ladderachtige constructies aan de zijkanten van de oude hooikar. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 16, de foto''s a en b. Het lemma bevat alleen meervouden. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel øhooiŋ zie het lemma ''hooi''.' [N 17, 12a en 30b; A 26, 2a; Lu 4, 2a] I-3
zijn neus snuiten snuiten: schnuite (Vijlen) Snotteren: herhaaldelijk en hoorbaar de neus ophalen om deze vrij te maken van neusvocht (snotteren, snitteren, snutten). [N 84 (1981)] III-1-2
zijn woede luchten vloeken: vloke (Vijlen) zijn woede proberen kwijt te raken door iets te doen of te zeggen [N 85 (1981)] III-1-4
zijpad zijgang: ziejgaank (Vijlen) Elk van beide zijgangen [zijpad?]. [N 96A (1989)] III-3-3
zijtak zijtak: WLD  zietak (Vijlen) Een zijtak (uittak, bezijden tak. [N 82 (1981)] III-4-3
zilverschoon zilverschoon: zilversjun (Vijlen), (bij afbeelding 66)  zilversjeun (Vijlen) Zilverschoon (potentilla anserina 15 tot 50 cm groot. De stengels zijn kruipend, met lange wortelende uitlopers; de bladeren zijn oneven geveerd, de blaadjes zijn gezaagd en aan de onderkant wit zijdeachtig behaard; de bloemen groeien afzonderlijk, zijn [N 92 (1982)] III-4-3
zilveruitje parel-zwiebel: perlzwiebel (Vijlen) [DC 13 (1945)] I-7
zilvervisje donderworm: donderwurm (Vijlen) zilvervisje: Hoe heet het zilverkleurige glanzende insect dat in huis op donkere, vochtige plaatsen voorkomt en leeft van papier, enz. Het is heel snel en lijkt zich voort te bewegen als een vis in het water (--, suikergast, boekworm). [N100 (1997)] III-4-2
zin (lust) zin: zeen (Vijlen) het verlangen om iets te doen [lust, aard, troef, nijd, zin, goesting] [N 85 (1981)] III-1-4
zingen fluiten: fleute (Vijlen) het geluid van zangvogels (slaan, slagen, zingen, fluiten) [N 83 (1981)] III-4-1