e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vijlen

Overzicht

Gevonden: 2749
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bus bus: bus (Vijlen) bus: Wij moeten ons haasten om de - te halen [DC 27 (1955)] III-3-1
buskruit buskruit: buskroet (Vijlen), pulver (<lat.): pŏŏl-ver (Vijlen) buskruit [SGV (1914)] || licht ontbrandbaar, ontplofbaar mengsel dat o.a. gebruikt wordt voor het afschieten van vuurwapens [buskruit, kruit, poeder] [N 90 (1982)] III-3-1
buur nabuur: naober (Vijlen) iemand die naast ons woont [naober, buur, buurman] [N 90 (1982)] III-3-1
buurman nabuur: naober (Vijlen), noa-ber (Vijlen) buurman [SGV (1914)] || iemand die naast ons woont [naober, buur, buurman] [N 90 (1982)] III-3-1
buurt nabuurschap: in de noa-ber-sjap (Vijlen) buurt (in de ~) [SGV (1914)] III-3-1
canadapopulier canadas: kanadasse mv (Vijlen), WLD  kannadas (Vijlen) De canadese populier; kruising tussen de zwarte populier en amerikaanse soort (canada, kana, klaterboom, canadas, canidas, gauwgroot). [N 82 (1981)] || kanadas, canadese populier III-4-3
castreermes schaars: šās (Vijlen), scheermes: scheermes (Vijlen) Instrument waarmee men castreert. Uit de opgaven blijkt dat dit instrument in de meeste gevallen een scheermes is. De informant van Q 208 (Vijlen) vermeldt dat het scheermes "vroeger" werd gebruikt. [N 76, 46] I-12
castreren snijden: šnii̯ǝ (Vijlen) Het varken onvruchtbaar maken. Mannelijke varkens castreert men door ze de teelballen weg te nemen. [N 76, 44; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
cavalier cavalier (fr.): ka-vel-jee (Vijlen) Cavelier [SGV (1914)] III-3-1
cel cel: sɛl (Vijlen) Zeshoekige opening in de raat. De cel dient voor het uitbroeden van de larven of voor het bergen van honing en stuifmeel. De wijdte tussen de evenwijdige wanden wisselt naar de bijensoort en de ouderdom der raat van 4,74 mm tot 5,50 mm. De normale diepte is 12 mm maar ze kan ook wat minder zijn. [L 1a-m; S 3; Ge 37, 56] II-6