| 19657 |
dweilen |
opnemen:
oͅpnēi̯əmə (Q208p Vijlen),
schrobben:
sjroebe (Q208p Vijlen)
|
Hoe noemt u het schoonmaken van stenen of houten vloeren, van stoepen enz. met behulp van water en een grove doek? [N105 (2000)] || stenen of houten vloeren, stoepen, etc. met behulp van water en een grove doek schoonmaken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
| 19260 |
dwingen |
dwingen:
dwing-nge (Q208p Vijlen)
|
nopen [SGV (1914)]
III-1-4
|
| 25024 |
echo |
echo:
echo (Q208p Vijlen)
|
een naklinkend geluid [halm, nagalm, echo] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 33297 |
echte koekoeksbloem |
koekoeksbloem:
kukuksblom (Q208p Vijlen)
|
Lychnis flos-cuculi L. Een algemeen voorkomende plant in graslanden met rechtopstaande stengel en roze-rode bloemen met gespleten kroonbladeren. De plant bloeit van mei tot september en komt ook wel gekweekt voor. De hoogte varieert van 30 tot 90 cm. [A 17, 2; A 49B, 2; monogr.]
I-5
|
| 20394 |
echtgenoot |
man:
dur maan (Q208p Vijlen),
maan (Q208p Vijlen),
man (Q208p Vijlen)
|
(man. ) Bestaat er een woord voor man in de beteekenis van echtgenoot? [DC 05 (1937)] || [haar ~ en haar kinderen] [SGV (1914)] || man met wie je getrouwd bent (echtgenoot) [N 102 (1998)]
III-2-2
|
| 20391 |
echtgenote |
vrouw:
mieng vrow (Q208p Vijlen),
vroow (Q208p Vijlen)
|
(vrouw; ) bestaat er een afzonderlijk woord voor vrouw in de beteekenis van echtgenoote? [DC 05 (1937)] || vrouw met wie je getrouwd bent (echtgenote) [N 102 (1998)]
III-2-2
|
| 24436 |
eekhoorn |
eekhoorntje:
eek-heur-ke (Q208p Vijlen),
eekhöntje (Q208p Vijlen, ...
Q208p Vijlen)
|
eekhoorn [DC 07 (1939)] || eekhorentje [SGV (1914)]
III-4-2
|
| 24770 |
eekhoorntjesbrood |
eekhoorntjesbrood:
ee.kuntjes broed (Q208p Vijlen)
|
Eekhoorntjesbrood: een eetbare paddestoel met een bruine hoed en een lichtbruine, witgeaderde voet. Vaak wordt het vlees bij het doorbreken blauw. [N 92 (1982)]
III-4-3
|
| 18116 |
eelt, eeltknobbel |
kwert:
kwêt (Q208p Vijlen)
|
eelt, eeltknobbel [SGV (1914)]
III-1-2
|