e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vijlen

Overzicht

Gevonden: 2749
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gereed af: aaf (Vijlen), klaar: kloar (Vijlen), vaardig: vaeëdig (Vijlen), vejdig (Vijlen), veëdig (Vijlen) gereed, klaar [DC 03 (1934)] || klaar [SGV (1914)] || klaar met een handeling die verricht moest worden, een handeling verricht hebbend [af, vaardig, klaar, teneinde, ree, verrig] [N 85 (1981)] || klaar: Als je - bent mag je gaan spelen [DC 35 (1963)] III-1-4
geren geren: gīrǝ (Vijlen) Stof schuin laten uitlopen of spits uitlopende stroken aanbrengen om het kledingstuk ruimer te maken. [N 59, 187; N 62, 11b; N 62, 11a; S 10] II-7
gering aantal, een paar enige: innige (Vijlen) een gering aantal [paar] [N 91 (1982)] III-4-4
geronnen melk omgegangen melk: ømgǝgaŋǝ melk (Vijlen), zure melk: zur melk (Vijlen) Melk die door het lange staan dik en zuur is geworden. [L 2, 7; A 7, 15; monogr.] I-11
gerookt spek gerookt spek: gerukt sjpek (Vijlen) spek dat gerookt is [DC 48 (1973)] III-2-3
gerst gerst: gē̜š (Vijlen) Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.] I-4
geslachtsdelen (alg.) onderlijf: ongerlief (Vijlen) geslachtsdelen in het algemeen [N 10c (1995)] III-1-1
geslachtsgemeenschap hebben poppen: poppe (Vijlen), wringen: vringe (Vijlen) geslachtsgemeenschap uitoefenen [N 10C (zj)] III-2-2
gesloten kapelletje? kapelletje: kapelleke (Vijlen) Een kapelletje waar men niet in kan, waarin achter traliewerk een kruis of een beeld staat. [N 96A (1989)] III-3-3
gesneden mannelijk varken berg: bɛrx (Vijlen), bɛrǝx (Vijlen) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12