25391 |
niet goed gebroeid |
te fel geschouwd:
tǝ fɛl gǝšāt (Q080p Vliermaal)
|
Als men bij het broeien te veel of te heet water gebruikt, is het effect averechts: de haren blijven dan erg vast op de huid zitten en laten zich niet gemakkelijk verwijderen. Opgaven als ''het varken is verbranden de huid is verbrand'' zijn versmolten tot één type "verbrand".' [N 28, 23; monogr.]
II-1
|
18220 |
niet passen |
niet mikken:
mik nej (Q080p Vliermaal)
|
Niet passen, gezegd van kleding-stukken [pronsen, bolderen, flodderen, slodderen] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
22319 |
nieuwjaar |
nieuwjaar:
nauwjioer (Q080p Vliermaal)
|
Zalig (of Gelukkig, enz.) Nieuwjaar! [ZND 05 (1924)]
III-3-2
|
18020 |
niezen |
niezen:
niezə (Q080p Vliermaal)
|
niezen [ZND 05 (1924)]
III-1-2
|
18334 |
nylonkous |
nylonkous:
nylon kousen (Q080p Vliermaal)
|
nylonkousen [N 24 (1964)]
III-1-3
|
24900 |
ogenblikje, korte tijd, eventjes |
beetje:
ee bitsĕ (Q080p Vliermaal),
geen minuut:
jən məny(3)̄t (Q080p Vliermaal)
|
een ogenblikje [ZND 04 (1924)]
III-4-4
|
23227 |
oksaal |
oksaal:
eenə šoenən oksoail bēͅi eenə nôn urgəl (Q080p Vliermaal)
|
Een schoon oksaal met een nieuw orgel. [ZND 05 (1924)]
III-3-3
|
26677 |
oliemolen |
slagmolen:
slǭ.x[molen] (Q080p Vliermaal)
|
Wind-, water- of rosmolen waarin uit zaden olie wordt geslagen. Het zaad wordt daartoe gekneusd met behulp van de zgn. kollergang bestaande uit twee verticaal geplaatste loperstenen. Het geplette zaad wordt in een pan verhit en vervolgens in wollen zakjes (builen) geborgen, waarna de builen in leren omslagen met een paardeharen voering gelegd worden. Het op deze wijze verpakte warme zaadmeel wordt daarna tweemaal geperst. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømolenŋ het lemma ɛmolenɛ.' [JG 1a; JG 1b; Vds 15; Jan 15; Coe 5; Grof 5; monogr.; N D add.]
II-3
|
17916 |
omarmen |
vastpakken:
goei vaaspakke (Q080p Vliermaal)
|
Met gestrekte armen omvatten ((om)vademen, (om)spannen, omarmen, (om)pakken) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
17850 |
omhooggaan |
opgaan:
ich gon op = ich gon sloe-epe
opgon (Q080p Vliermaal)
|
Omhooggaan, naar boven gaan (rijzen, (op)stijgen, omhoog gaan) [N 108 (2001)]
III-1-2
|