e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vliermaal

Overzicht

Gevonden: 2122
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gat in een klein dakschild uilekot: āǝlǝkūt (Vliermaal) In het kleine dakschild (boven de korte gevel) van een schilddak treffen we vaak een gat (soms een luik) aan om de zolder te beluchten en te belichten. De benamingen zijn vaak, vanwege functionele overeenkomst, dezelfde als voor het venster onder een dakwelving (zie dat lemma, 4.2.13). [N 4A, 45a; N 4, 26c] I-6
gat, opening gat: gaət (Vliermaal), kot: kūt (Vliermaal) gat (znw enk) [N 26 (1964)] III-4-4
gat, opening (mv) gaten: gaətə (Vliermaal), koter: kytər (Vliermaal) gaten (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-4
gebit gebeet: gǝbī.t (Vliermaal) Het geheel van alle tanden en kiezen van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 17 en 18b] I-9
gebreide kous strikkous: strikkous (Vliermaal) breikous [sjtrikhaos, strikkous] [N 24 (1964)] III-1-3
gebreide wollen muts poldermuts: poͅldərmuts (Vliermaal), wollen muts: woͅləməts (Vliermaal) muts van wol (gebreid) voor kinderen [N 25 (1964)] || vrouwenmuts, zwarte, dikke gebreide ~ [N 25 (1964)] III-1-3
gebrekkig gebrekkig: gebrekkige (Vliermaal) een gebrekkig mens [ZND 23 (1937)] III-1-2
gebrekkig persoon gebrekkige, een -: gebrekkige (Vliermaal), schele, een -: n schelen (Vliermaal) een gebrekkig mens [ZND 23 (1937)] III-1-2
gebruik gewente: gewente (Vliermaal), gewoonte: gewounte (Vliermaal) Dat is zo het gebruik (de woonte, enz.). [ZND 23 (1937)] III-3-2
gedwee braaf: ook materiaal znd 23, 69; znd 35, 49  braaf (Vliermaal) gedwee [ZND 01 (1922)] III-1-4