e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q171p plaats=Vlijtingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
saus saus: sààzis"= saus is  sààz (Vlijtingen) saus [RND] III-2-3
savooiekool savooi: savōiə (Vlijtingen), ± WLD  savooie (Vlijtingen) [Goossens 1b (1960)]De witgele sluitkool met gekrulde bladeren; savooikool, die zeer dicht geplant wordt en zonder vaste krop geoogst (schelk). [N 82 (1981)] I-7
schaamteloze man smeerlap: (ee franse ê).  smeerlap (Vlijtingen) een man die zich absoluut niet stoort aan de fatsoensnormen [patser, kruier] [N 85 (1981)] III-1-4
schaap schaap: sǭp (Vlijtingen), šōp (Vlijtingen) Bedoeld wordt het schaap in het algemeen, niet geslachtelijk onderscheiden. Zie afbeelding 4. [JG 1a, 1b, 2c; L 45, 21; L 38, 40; L 6, 25; S 30; A 14, 21; A 2, 1; G V, m3; Gwn 5, 13 add.; monogr.] I-12
schaapherder scheper: šēpǝr (Vlijtingen, ... ) [A 48, 18a; L 1, a-m; L 26, 32a; S 13; Wi 2; monogr.]Herder die de schapen hoedt, al of niet in dienst van een baas. Het lemma ''schaapherder'' is reeds behandeld in wld I.6 (1.3.16). Onderstaande gegevens zijn een aanvulling daarop. [N 78, 1; JG 1a, 1b; N 19, L 292 add.; monogr.] I-12, I-6
schaats schrikkelschoen: sjrikkelschu (Vlijtingen) Hoe noemt men de voorwerpen, bestaande uit een ijzer en een houten of metalen voetrust, die men onder de schoenen bindt om op het ijs te kunnen rijden? [Lk 01 (1953)] III-3-2
schaatsen schrikkelen: sjrikkele (Vlijtingen) Zich voortbewegen op schaatsen [schaatsen, schaverdijnen]. [N 88 (1982)] III-3-2
schaatsijzer {z. toel.}: neen  / (Vlijtingen) Noemt men het stalen onderdeel, dat over het ijs glijdt en dat geregeld geslepen moet worden, met een afzonderlijk woord? Zo ja, hoe luidt dit? [Lk 01 (1953)] III-3-2
schaduw, lommer killeschaai: ver zitten in de kieleschoāi (Vlijtingen), lommer: lómmər (Vlijtingen), ver zitten in den lommer (Vlijtingen), schaai: sjaoj (Vlijtingen) schaduw (lommer) [RND] || Schaduw. Wij zitten in het lommer,... in de schaduw. [ZND 37 (1941)] III-4-4
schafttijd koffie: kofe (Vlijtingen) schafttijd [RND] III-3-1