e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q171p plaats=Vlijtingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spanne spaas: Sub span: men zegt: spaa (Tongeren), spaar (Hoeselt en Spouwen), spaas (Vlijtingen) en aspougne.  spaas (Vlijtingen) Spanwijdte. III-3-2
speeksel spij: spij (Vlijtingen) Speeksel: het mondvocht, afscheiding van bepaalde klieren in de mond (smurrie, tuf, spuw, speek, jodevet, speeksel). [N 84 (1981)] III-1-1
speeksel uitspuwen spijen: spɛjə (Vlijtingen) (speeksel uit)spuwen [RND] III-1-1
speelkaart kaart: eng koht (Vlijtingen) kaart [GTRP (1980-1995)] III-3-2
speen lots: cf. VD s.v. "lutsen"3. (gew.) zuigen  luts (Vlijtingen) speen; een gummidop op een zuigfles [speen, fiep, frutter, tutter, toetje, fiepke, frut, stiekse] [N 86 (1981)] III-2-2
speen van de koe deem: dęm (Vlijtingen), dɛm (Vlijtingen) [N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.] I-11
spek spek: spɛk (Vlijtingen, ... ) spek [Goossens 1b (1960)] III-2-3
spel (alg.) spel: e spiiel (Vlijtingen) spel [GTRP (1980-1995)] III-3-2
spelen (alg.) spelen: speehle (Vlijtingen) spelen [GTRP (1980-1995)] III-3-2
spelen voor een prijs prijsvliegen: preesvliege (Vlijtingen) Hoe heten de volgende combinatiemogelijkheden bij het inleggen/inzetten: spelen voor prijs? [N 93 (1983)] III-3-2