e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q171p plaats=Vlijtingen

Overzicht

Gevonden: 1960
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jonge vrouw jonge teef: Note v.d. invuller: klein meisje = piskoond.  jong teef (Vlijtingen) jonge vrouw [kuie, koje, keuje] [N 86 (1981)] III-2-2
jongen jong: jóng (Vlijtingen), lange: langə (Vlijtingen), lange zwik: cf. VD s.v. "I. zwik"6. dunne twijg  lang zwik (Vlijtingen) grote (opgeschoten) jongen [ZND 11 (1925)] || jongen [ZND 11 (1925)] III-2-2
jongen met wie een meisje verkering heeft liefste: liefste (Vlijtingen) de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 87 (1981)] III-2-2
jongste kind kleinste: klenste (Vlijtingen) jongste kind; hoe heet het jongste kind van het gezin? [ZND 36 (1941)] III-2-2
judaspenning zilvertjes: zilverkes (Vlijtingen) Judaspenning (lunaria biënnis). sierplant met grote bladeren en meestal donker roodpaarse, zelden witte, bloemen. De onderste bladeren en die van de rozet zijn diep ingesneden bij de steel en spits aan de top, de bovenste haast ongesteeld. De plant wordt [N 92 (1982)] III-4-3
juffrouw juffrouw: (zeer zelden; mensen worden nogaltijd met voornaam genoemd.).  juffrouw (Vlijtingen) hoe spreekt u een ongetrouwde vrouw aan? [juffer, juffrouw, juf, uffrouw] [N 87 (1981)] III-3-1
jus, vleesnat jus: ju (Vlijtingen) vleesnat, jus [ZND 36 (1941)] III-2-3
kaal duivenjong kakjong: kàch(joŋ) (Vlijtingen) Kaal duivejong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
kaantjes krapjes: krɛpkəs (Vlijtingen), krappen: krappen (Vlijtingen), krápə (Vlijtingen) Hoe heten de vetklonters, die overblijven, als runds of varkensvet wordt gesmolten? (kaan) [ZND 02 (1923)] || kanen [Goossens 1b (1960)] III-2-3
kaars kaars: kjas (Vlijtingen) kaars [RND] III-2-1