33317 |
grote boerderij |
hof:
hǭf (L386p Vlodrop)
|
Als grootte-aanduiding geven de informanten doorgaans "minstens 10 hectare" op; soms noemt men ook de maximum-grootte erbij, bijvoorbeeld: "van 20 tot 40 ha". Het aantal paarden is vaak ook criterium om van een "groot bedrijf" te spreken, bijvoorbeeld "boerenhof met paarden" (L 213). In het Leuvens materiaal, lijst 35, vraag 59 is gevraagd naar geleg of geleeg, met de betekenis "boerderij met grote landerijen". Naast specifieke termen vindt men tussen de opgaven ook enige omschrijvingen, vooral met behulp van het bijvoeglijk naamwoord groot. Voor de fonetische documentatie van het type boerderij, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2c en 3a; L 22, 1a; L 35, 59; monogr.; add. uit L 38, 22]
I-6
|
24750 |
grote egelskop |
waterluus:
eigen spelling
waterleusj (L386p Vlodrop)
|
Grote egelskop (sparganium ramosum 40 tot 150 cm grote plant. De stengels zijn vertakt; de bladeren zijn driehoekig; de vrouwelijke bloemen in 1 tot 3 bolvormige bloeiwijzen onderaan, de mannelijke bovenaan. Bloeitijd van juli tot september (driekant, w [N 92 (1982)]
III-4-3
|
25060 |
grote hoeveelheid, hoop |
hoop:
houp (L386p Vlodrop)
|
een grote hoeveelheid [bezie, hoop, pook, tas, klamp, kluts, krooi, berm, kluft, bres, meuk, del] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
23543 |
grote hostie |
grote hostie (<lat.):
grote hostie (L386p Vlodrop)
|
De grote hostie, op de pateen gelegen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22015 |
grote mand met twee verdiepingen |
dubbel mand:
dobbelman (L386p Vlodrop)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: een grote mand met twee verdiepingen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21803 |
grote ruzie? |
grote strijd:
groote sjtried (L386p Vlodrop)
|
een grote ruzie [hora, bal] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
19502 |
grote schoonmaak |
huispoets:
de hoespoets is achter de ruk (L386p Vlodrop),
hoespoets (L386p Vlodrop)
|
de schonmaak is achter de rug [DC 15 (1947)] || het schoonmaken van het gehele huis, dat in het voorjaar plaats heeft [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
22675 |
grote trom |
dikke trom:
dieke trom (L386p Vlodrop)
|
Een grote trom [trombol]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
22676 |
grote trom met bekkens |
dikke trom:
dieke trom (L386p Vlodrop)
|
Een grote trom met bekkens [djingel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
24640 |
grote waterweegbree |
lepelblad:
eigen spelling
leipelblaat (L386p Vlodrop)
|
Waterweegbree (grote) (alisma plantago-acquatica). De plant is 20 tot 150 cm groot en heeft grote, boven het water uitstekende bladeren; de bladeren zijn tevens lancetvormig, met een iets hartvormige voet; de bloemen groeien in een grote pluim en zijn wit [N 92 (1982)]
III-4-3
|