24176 |
jong en kaal vogeltje adj. |
jong:
is jong (L386p Vlodrop),
kaal:
kaal (L386p Vlodrop, ...
L386p Vlodrop)
|
een jonge vogel die nog niet kan vliegen (kakjong) [N 83 (1981)] || nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
24338 |
jong van een dier |
jong:
jōnk (L386p Vlodrop),
jōŋk (L386p Vlodrop),
ideosyncr.
joonk (L386p Vlodrop),
jonge, de:
de jonge (L386p Vlodrop)
|
[R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)] || jong (subst.; van een dier) [Roukens 12 (1937)]
I-11, III-4-2
|
24304 |
jonge brasem |
bliek:
ideosyncr.
bleik (L386p Vlodrop)
|
De jonge brasem is zilverglanzend (bleek, bliek) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
21910 |
jonge duif |
jong:
jong (L386p Vlodrop),
te jong:
te jonk (L386p Vlodrop)
|
een jonge duif jonger dan één jaar? [N 93 (1983)] || Hoe heet een jonge duif, nog te jong om mee te spelen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
34448 |
jonge geit |
geitje:
getšǝ (L386p Vlodrop)
|
[N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.]
I-12
|
19649 |
jonge kat |
katsje:
kètsje (L386p Vlodrop),
miempje:
miemke (L386p Vlodrop)
|
Hoe noemt u een jong katje? (jongske, katje) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
34481 |
jonge kip |
pul:
pøl (L386p Vlodrop)
|
Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.]
I-12
|
23569 |
jonge koorzanger |
koorjongetje:
koorjeungske (L386p Vlodrop)
|
Een jeugdige koorzanger, zangertje, koraaltje. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20314 |
jonge vrouw |
jong vrouwmens:
jonk vroumisj (L386p Vlodrop)
|
jonge vrouw [kuie, koje, keuje] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
20365 |
jongen met wie een meisje verkering heeft |
vrijer:
vriejer (L386p Vlodrop)
|
de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 87 (1981)]
III-2-2
|